Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Pré Wonen
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 mei 2025 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen Stichting Pré Wonen, de verhuurder, en een huurder die niet is verschenen. De verhuurder heeft de huurder gedagvaard en vordert ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van huurachterstand inclusief servicekosten tot en met april 2025, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene huurvoorwaarden getoetst op oneerlijke bedingen, zoals voorgeschreven door de Richtlijn 93/13/EEG. De rechter heeft vastgesteld dat de huurprijs en de voorwaarden niet oneerlijk zijn, maar heeft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen omdat de verhuurder niet voldoende bewijs heeft geleverd van de verzending van de aanmaning. De vordering van de verhuurder is grotendeels toegewezen, met inachtneming van de huurachterstand van meer dan drie maanden. De ontruimingstermijn is vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis. De huurder is veroordeeld in de proceskosten en tot betaling van een bedrag aan huurachterstand en gebruiksvergoeding.