Op 11 juni 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een minderjarige verdachte die beschuldigd werd van straatroof. De zaak was eerder verwezen door de meervoudige strafkamer naar de enkelvoudige kinderrechter. De verdachte, geboren op een onbekende datum in een onbekende gemeente, werd beschuldigd van het wegnemen van airpods van een benadeelde partij, waarbij geweld werd gebruikt. De feiten vonden plaats op 13 februari 2024 te Koog aan de Zaan, gemeente Zaanstad. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. Tijdens de zitting op 28 mei 2025 heeft de kinderrechter de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, waarbij hij samen met een ander de airpods heeft weggenomen en daarbij geweld heeft gebruikt tegen de benadeelde partij. De kinderrechter heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van veertig uren, subsidiair twintig dagen jeugddetentie, rekening houdend met de omstandigheden van de verdachte en het advies van de Raad voor de Kinderbescherming. De kinderrechter heeft de beslissing gemotiveerd door te verwijzen naar de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer, evenals de positieve ontwikkelingen in het leven van de verdachte sinds het delict.