Uitspraak
[eiser] N.V.,
1.[gedaagde 1] VOF, te [plaats 2] ,
2.
[gedaagde 2] H.O.D.N. [bedrijf] EN/OF [gedaagde 1], te [plaats 2] ,
niet verschenen
3.
[gedaagde 3], te [plaats 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
“(…)Naar aanleiding van het aangename onderhoud dat de heer [betrokkene 1] onlangs met u – mede als vertegenwoordiger van de hierna genoemde vennootschap(pen) – mocht hebben, bevestigen wij hetgeen hij namens [eiser] N.V. (hierna: “ [eiser] ”) met de volgende partij(en) hoofdelijk is overeengekomen.
De vennootschap onder firma [gedaagde 1] , en haar vennoten:
[gedaagde 2] , (…), ten deze handelende namens genoemde vennootschap(pen) en voor zich in privé;
[betrokkene 2] , (…), ten deze handelende namens genoemde vennootschap(pen) en voor zich in privé;
U zult van 1 maart 2020 tot 1 maart 2025 alle door u benodigde bieren en handelsdranken (met uitzondering van koffie en wijn) ten behoeve van de door u geëxploiteerde horecaonderneming, (…) exclusief bij [eiser] of de door [eiser] aangewezen drankenleverancier afnemen tegen de bij [eiser] op het moment van levering geldende bruto horecaprijs, zulks met uitsluiting van iedere andere leverancier.
Als tegenprestatie zal [eiser] gedurende de looptijd van deze overeenkomst:
Een geldlening verstrekken van € 16.444,50. (…)”
namens genoemde vennootschap(pen) en voor zich in privé.
€ 6.537,65 open.
(…) Partijen begrijpen dat de overname van deze ondernemingen niet jegens derden (door)werkt. Dat wil zeggen: derden die een overeenkomst hebben gesloten met de VOFs kunnen zich tot [gedaagde 3] en [gedaagde 2] blijven richten, aangezien die derden met hen een overeenkomst hebben gesloten.
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 701,88. [eiser] heeft niet gemotiveerd gesteld dat de werkelijke buitengerechtelijke kosten hoger zijn geweest dan het bedrag dat volgt uit het rapport BGK en evenmin dat het redelijk was om buitengerechtelijke kosten te maken tot dit bedrag.