Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
- [naam]
- [naam]
- mrs. Van Slooten en Jovović voornoemd
- [naam]
- [naam]
- [naam]
- [naam]
- mrs. Terpstra en Burger voornoemd
- [naam]
- [naam]
- mrs. Sagel en Gommer voornoemd.
1.De beoordeling
Spoedeisend belang
ultimum remedium) (de zogenaamde spelregel-toetsing), vormt thans geen zelfstandige maatstaf meer om te beoordelen of een collectieve actie rechtmatig is. De naleving van die spelregels is dus geen zelfstandige voorwaarde voor die rechtmatigheid. Wél zijn die spelregels gezichtspunten bij de beoordeling of de actie moet worden beperkt of verboden. Het ligt dan op de weg van de werkgever (in dit geval KLM) of de derde (Schiphol), die eist dat de uitoefening van het recht op collectieve actie in het concrete geval wordt beperkt of uitgesloten, om aannemelijk te maken dat deze beperking of uitsluiting naar de maatstaf van artikel G ESH gerechtvaardigd is. Dat laatste is slechts het geval indien beperkingen aan het recht op collectieve actie maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk zijn. [3]
airside, waardoor aankomende vliegtuigen moeten wachten in het veld, een hoeveelheid wachtende passagiers in de wachtende vliegtuigen en de terminals, en het aantal gestrande transferpassagiers in het beveiligde douanegebied. Bij dat laatste speelt een rol dat uit de verklaring van kolonel [naam] van de Koninklijke Marchaussee (KMar) als gevolg van voornoemde NAVO-top de KMar zich niet voldoende kan voorbereiden op deze gevolgen. Bij dit alles speelt mee dat Schiphol onweersproken heeft gesteld dat het een bijzonder druk weekend is, met een topdrukte op zondag van naar verwachting 224.000 passagiers. Dit betekent dat er nauwelijks ruimte is om de gevolgen van de staking daarna binnen redelijke termijn goed op te vangen.