In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 juni 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een verdachte, die al geruime tijd in een penitentiaire inrichting verblijft en wacht op behandeling in een TBS-kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de TBS met één jaar te verlengen toegewezen, ondanks het advies om deze met twee jaar te verlengen. De verdachte, die lijdt aan een autismespectrumstoornis, een licht verstandelijke beperking, ADHD en antisociale- en narcistische persoonlijkheidstrekken, heeft een hoog recidiverisico. De rechtbank heeft de passantenproblematiek benadrukt, waarbij de verdachte al twee jaar wacht op een plek in een TBS-kliniek, wat onwenselijk is voor zowel de verdachte als de samenleving. De rechtbank heeft besloten om de TBS te verlengen met één jaar, met de toezegging dat er voorafgaand aan de volgende zitting een nieuwe dubbelrapportage zal worden aangevraagd om te onderzoeken of er andere klinieken zijn waar de verdachte sneller kan worden geplaatst. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen.