Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juni 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel, het college
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [derde-partij] uit [plaats] , derde-partij
Inleiding
Met het bestreden besluit van 1 maart 2022 op het bezwaar van eiser heeft het college het besluit om niet handhavend op te treden tegen de gevel voor wat betreft de brandwerendheid met een nieuwe motivering in stand gelaten. Hiertegen heeft eiser beroep ingesteld. Dit beroep heeft het zaaknummer HAA 22/1771 gekregen.
[deskundig adviseur] als deskundig adviseur met derde-partij meegekomen.
Totstandkoming van de bestreden besluiten
heer [deskundige 2] van VB&T Brandveiligheid en Milieu, heeft ter plaatse geconstateerd dat er een lichte wand is geplaatst in afwijking van de verleende omgevingsvergunning, waarin de plaatsing van een betonnen muur staat. Ook zijn gipsplaten aangebracht waarbij niet vaststaat of deze aan de voorgeschreven dikte voldoen (te weten 2 keer 15 millimeter brandwerende gipsplaat). De deskundige werd door eiser 2 de toegang tot het pand geweigerd, zodat alleen gekeken kon worden vanaf de zijde van eiser 1. Vanaf die zijde voldoet de dikte van de gipsplaten vermoedelijk niet.
Wet- en regelgeving
Beoordeling door de rechtbank
7 december 2017 aan derde-partij verleende omgevingsvergunning strak tegen de gevel van het pand van eiser op [adres 3] aangebouwd, zonder daarbij een buitenschil aan te brengen. Eiser kan zich hier niet mee verenigen. In de beroepen gaat het (nog) om de brandwerendheid, de geluidsisolatie en de thermische isolatie van de gevel. Volgens eiser wordt niet voldaan aan de prestatie-eisen van het Bouwbesluit 2012 voor wat betreft veiligheid (hoofdstuk 2, artikel 2.84, eerste lid), gezondheid (hoofdstuk 3, artikelen 3.8, eerste lid, 3.16, eerste lid, en 3.21, eerste lid) en energiezuinigheid (hoofdstuk 5 , artikel 5 .3).
21 september 2023 op het standpunt heeft gesteld dat er onvoldoende grond is om handhavend op te treden, omdat een overtreding van het Bouwbesluit 2012 niet kan worden vastgesteld. Anders dan het college komt de rechtbank naar aanleiding van de conclusie van de STAB tot het oordeel er ten aanzien van de thermische isolatie wel een overtreding van het Bouwbesluit 2012 kan worden vastgesteld. Dat betekent dat er wel een grondslag is om handhavend op te treden en dat het bestreden besluit van 21 september 2023 voor zover dat betrekking heeft op de thermische isolatie niet in stand kan blijven. Dat het college in reactie op het STAB-rapport heeft gesteld dat het hier gaat om tekortkomingen die relatief eenvoudig door derde-partij zijn te verhelpen, maakt niet dat er daarom van handhaving kan worden afgezien. Het college zou er – door middel van een handhavingstraject – op toe moeten zien dat deze tekortkomingen worden verholpen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 1 maart 2022;
- vernietigt het bestreden besluit van 21 september 2023 voor zover dat betrekking heeft op de thermische isolatie;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 368,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 2.721,- aan proceskosten aan eiser;
- veroordeelt het college tot betaling van € 3.547,24 aan deskundigenkosten aan eiser.
drs. A.F. Hermus-Zoetmulder, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
23 juni 2025.