ECLI:NL:RBNHO:2025:7837
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Vernietiging oneerlijk servicekostenbeding in huurzaak met gevolgen voor huurachterstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 juli 2025 een verstekvonnis uitgesproken in een huurgeschil tussen een verhuurder, een besloten vennootschap, en een huurder. De verhuurder had een vordering ingesteld wegens huurachterstand en servicekosten. De kantonrechter heeft ambtshalve de servicekosten en juridische kostenbedingen in de huurovereenkomst getoetst op oneerlijkheid. De verhuurder had betoogd dat een deel van het servicekostenbeding redelijk was, maar de kantonrechter oordeelde dat het beding in zijn geheel vernietigd moest worden omdat het niet splitsbaar was in een eerlijk en oneerlijk deel. Dit had gevolgen voor de hoogte van de huurachterstand, die door de vernietiging van het beding met € 1.898,00 werd verlaagd. De kantonrechter heeft ook de vordering tot betaling van juridische kosten afgewezen en de huurder veroordeeld tot betaling van achterstallige huurpenningen en nutsvoorzieningen. De huurovereenkomst werd ontbonden en de huurder moest het gehuurde binnen veertien dagen ontruimen. De proceskosten werden aan de huurder opgelegd, met uitzondering van de kosten voor de akte die voor rekening van de verhuurder kwamen.