Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 februari 2025 waarin een mondelinge behandeling is bepaald en de daarin vermelde stukken
- het B8-formulier met productie 7 van [gedaagden]
- de mondelinge behandeling van 3 juni 2025, tijdens welke zitting de advocaten het woord gevoerd hebben aan de hand van spreekaantekeningen. De griffier heeft aantekeningen bijgehouden van hetgeen overigens ter zitting is besproken.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
leegwaarde voor verbouwing Euro 1.150.000,=
nahet afgeven van een omgevingsvergunning om in het pand zes appartementen te mogen realiseren. Deze vergunning was er niet en vaststaat dat de gemeente niet wilde meewerken aan een omgevingsvergunning voor het realiseren van zes appartementen in het pand. Omdat het uitgangspunt dat Spring Valuations aan de waardering ten grondslag heeft gelegd niet overeenkomt met de feitelijke werkelijkheid, kan aan de waarderingen in het rapport niet de betekenis worden toegekend die [gedaagden] daaraan willen toekennen.