In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, een vordering ingesteld tegen de man, gedaagde, met betrekking tot de betaling van dierenartskosten voor hun honden. De partijen, die een geregistreerd partnerschap hadden, zijn op 7 oktober 2022 ontbonden. In het convenant dat bij de ontbinding is opgesteld, is afgesproken dat medische kosten voor de honden gezamenlijk betaald worden. De vrouw heeft sinds februari 2024 in totaal € 1.773,35 aan medische kosten gemaakt, waarvan zij de helft, € 886,68, van de man vordert. De man betwist de vordering en stelt dat de vrouw hem heeft uitgesloten van de besluitvorming over de medische kosten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vrouw voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de man op de hoogte heeft gehouden van de gezondheid van de honden en dat de man niet heeft gereageerd op haar berichten. De kantonrechter concludeert dat de man gehouden is om de helft van de gemaakte kosten te betalen, omdat de vrouw niet onredelijk heeft gehandeld door zelf medische beslissingen te nemen. De kantonrechter heeft de vordering van de vrouw toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en de proceskosten zijn voor rekening van de man. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.