3.5De burgemeester heeft ondanks de ingediende zienswijze toch besloten de voorgenomen sluiting door te zetten. Daarbij heeft de burgemeester – kort samengevat – overwogen dat uit artikel 13b van de Opiumwet volgt dat hij bevoegd is om over te gaan tot sluiting van de woning en dat een sluiting voor de duur van drie maanden in overeenstemming is met zijn beleid. Volgens de burgemeester is de sluiting noodzakelijk, omdat het gaat om een ruime handelshoeveelheid en een professionele stekkerij met aanzienlijke risico’s voor omwonenden. Door de sluiting neemt de burgemeester de bekendheid als drugspand weg en herstelt hij de openbare orde en het gevaar voor veiligheid en de volksgezondheid. De sluiting voor drie maanden is volgens de burgemeester ook evenredig, omdat de overtreding kwalificeert als ernstig in de zin van zijn beleid. Er kan daarom niet worden volstaan met een waarschuwing. De bekendheid van de woning als onderdeel van het criminele drugscircuit weegt in dit geval zwaarder dan de gevolgen van sluiting voor verzoeker. Bovendien valt verzoeker een verwijt te maken, omdat hij verantwoordelijk was voor controle van het gebruik van de woning door [gebruiker woning] . Daarbij stelt de burgemeester dat de hennepkwekerij er volgens de politie al enkele maanden moet hebben gezeten. Verzoeker heeft dus in ieder geval tijdens zijn laatste bezoek kunnen constateren wat er in zijn woning gebeurde. Ook zijn de gevolgen van de sluiting volgens de burgemeester niet onevenredig omdat verzoeker tijdens de sluiting bij zijn vriendin kan verblijven. Dat verzoeker eventueel op een zwarte lijst komt bij [eigenaar woning] is een afzonderlijk proces waar de gemeente geen invloed op heeft. Als verzoeker ten gevolge van de sluiting daadwerkelijk op een zwarte lijst terecht komt, dan is dat voor de burgemeester overigens nog geen grond om te oordelen dat de sluiting in het geval van verzoeker onevenredig is.
4. Verzoeker heeft tegen de sluiting– kort samengevat – het volgende naar voren gebracht. Er is geen loop naar de woning en het pand staat niet bekend als drugspand en maakt ook geen onderdeel uit van het criminele circuit. Niemand wist wat daar gebeurde. Het afgeven van een signaal door sluiting is daarom niet noodzakelijk, integendeel, daardoor zal onrust ontstaan en dat is niet nodig, omdat [gebruiker woning] inmiddels niet meer in de woning verblijft en niet meer zal verblijven en omdat alles inmiddels is opgeruimd.
De sluiting is volgens verzoeker ook niet evenwichtig, omdat verzoeker geen enkel verwijt gemaakt kan worden en omdat de gevolgen voor verzoeker groot zijn, mede gelet op zijn medische historie en situatie. Er had kunnen worden volstaan met het geven van een waarschuwing. De woning heeft emotionele waarde voor verzoeker en mentaal zit verzoeker er helemaal doorheen.
Beoordeling verzoek/bezwaar
5. Uitgaande van het bepaalde in artikel 13b Opiumwet is de burgemeester bevoegd om tot sluiting van de woning over te gaan. Het besluit om de woning van verzoeker voor drie maanden te sluiten is ook in overeenstemming met het beleid van de burgemeester.
6. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling volgt echter dat de burgemeester, ook als hij geformuleerd beleid heeft op dit punt, in elk afzonderlijk geval aan de hand van de omstandigheden van het geval zal moeten beoordelen of een sluiting gerechtvaardigd is en zo ja, voor hoe lang. De burgemeester dient per geval te beoordelen of er aanleiding bestaat om van het beleid af te wijken. Steeds zal hij daarbij moeten beoordelen of zijn optreden in het concrete geval evenredig is. De burgemeester dient er in het geval van sluiting van een woning van te vergewissen of de sluiting geschikt, noodzakelijk en evenwichtig is. Onnodig zware gevolge in verhouding door de daarmee te dienen doelen moet worden voorkomen. Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling van 16 juli 2025.Daarna dient de burgemeester te beoordelen of de sluiting noodzakelijk is, of dat had kunnen worden volstaan met een minder zwaar middel om hetzelfde doel te bereiken (bijvoorbeeld oplegging van een last onder dwangsom). Toepassing van sluiting strekt tot beëindiging van de overtreding, het beëindigen van de negatieve effecten van de overtreding en het voorkomen van herhaling van de overtreding. Het herstel van de openbare orde is geen doel op zich. Bij beoordeling van de noodzaak speelt de aard en ernst van de geconstateerde overtreding een rol, en of er daadwerkelijk vanuit de woning werd gehandeld, of het pand bekend stond als drugspand, of er toeloop is en of er op handel duidende attributen zijn aangetroffen, zoals een weegschaal, contant geld/wapens of iets dergelijks. Verder kan sluiting van de woning noodzakelijk zijn als op grond van concrete feiten en omstandigheden aannemelijk is dat de woning een rol vervult in de keten van drugshandel als bijvoorbeeld professionele teeltlocatie of handelslocatie. Met de sluiting wordt de woning aan die keten onttrokken.
Tot slot moet nog gekeken worden naar de gevolgen van de sluiting voor de bewoner. Is de sluiting evenwichtig, gelet op de gevolgen voor de bewoner, de mate van verwijtbaarheid, de mogelijkheid van ontbinding van de huurovereenkomst en de gevolgen daarvan.
7. Met betrekking tot de geschiktheid van de sluiting overweegt de voorzieningenrechter dat er een grote hoeveelheid hennepplanten en -stekken en voorwerpen in de woning van verzoeker zijn aangetroffen die wijzen op een volledige en professionele kwekerij/stekkerij. De burgemeester wil door sluiting van de woning de geconstateerde overtreding beëindigen, de openbare orde herstellen, de bekendheid als drugspand wegnemen en de woning uit het drugscircuit halen. Sluiting van de woning is hiervoor naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter een geschikt middel. De stelling dat sinds de constatering van de hennepstekkerij op 9 juli 2025 al zoveel tijd is verstreken dat sluiting geen geschikt middel meer is volgt de voorzieningenrechter niet.
8. Met betrekking tot de noodzaak en de evenwichtigheid van de sluiting overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
8.1.1De burgemeester heeft ter onderbouwing van de noodzaak van de sluiting gesteld dat aangenomen mag worden dat de woning een rol vervult binnen de keten van de drugshandel, dat de woning door de sluiting wordt weggehaald uit het drugscircuit, dat de bekendheid als drugspand wordt weggenomen door de sluiting, dat de loop naar de woning wordt weggenomen en dat door de sluiting een signaal wordt afgegeven aan de buitenwereld en dan met name aan het criminele circuit. De burgemeester heeft hierbij overwogen dat een hennepstekkerij een ernstige aantasting oplevert van de openbare orde en een gevaar voor de veiligheid en volksgezondheid. Het gaat om een professionele hennepstekkerij, en dus om een georganiseerde drugsactiviteit met aanzienlijke risico’s voor omwonenden en de samenleving en het was voor [gebruiker woning] kennelijk niet de eerste keer dat hij zich bezighield met dit soort activiteiten, aldus de burgemeester.
8.1.2De voorzieningenrechter stelt vast dat de burgemeester, anders dan waartoe hij op grond van de hiervoor genoemde vaste jurisprudentie gehouden is, bij deze motivering niet of nauwelijks is ingegaan op de concrete feiten en omstandigheden van het geval. Zo heeft de burgemeester bij zijn afweging over de noodzaak tot sluiting niet (kenbaar) betrokken dat niet is gebleken van loop naar de woning en dat het niet verzoeker maar de huisbewaarder is geweest die verantwoordelijk gehouden wordt voor de aanwezigheid van de hennepstekkerij. Ook heeft de burgemeester bij zijn afwegingen niet (kenbaar) betrokken dat het niet verzoeker maar de huisbewaarder is die mogelijk al eerder betrokken is geweest bij soortgelijke activiteiten. Voorts heeft de burgemeester bij de beoordeling van de noodzaak tot sluiting niet (kenbaar) betrokken dat de huisbewaarder inmiddels niet meer in de woning woont er ook niet meer zal terugkeren.
Dit, terwijl het beëindigen van de negatieve effecten van de overtreding en het voorkomen van herhaling van de overtreding mogelijk al is bereikt door het vertrek van de huisbewaarder. De burgemeester heeft de noodzaak van de sluiting daarom onvoldoende gemotiveerd.
8.2.1Met betrekking tot de evenwichtigheid van de sluiting heeft de burgemeester overwogen dat verzoeker de woning weliswaar heeft onderverhuurd, maar dat hij verantwoordelijk blijft voor alles wat er in de woning gebeurt. Verzoeker moet de woning hierop controleren en daarin is verzoeker volgens de burgemeester tekort geschoten. Verzoeker kan dus een verwijt gemaakt worden met betrekking tot de geconstateerde overtreding.
8.2.2De voorzieningenrechter overweegt in dit verband als volgt. Volgens vaste jurisprudentie blijft verzoeker verantwoordelijk voor wat er in zijn woning gebeurt. Er rust op verzoeker een onderzoeksplicht.Hij dient daarom, zoals de burgemeester terecht heeft gesteld, de woning periodiek te controleren. De voorzieningenrechter volgt de burgemeester echter niet in zijn stelling dat verzoeker in zijn controleplicht verwijtbaar tekort is geschoten en dat hem daarom met betrekking tot de aangetroffen hennepstekkerij een verwijt gemaakt kan worden. De voorzieningenrechter heeft hierbij in aanmerking genomen dat verzoeker (zo blijkt uit overgelegd app-verkeer tussen de vriendin van verzoeker en [gebruiker woning] ) wel meermaals een poging heeft gedaan om een afspraak te maken om het huis te bezoeken, maar dat dit door [gebruiker woning] werd afgehouden. Daarbij komt dat uit de tussen [eigenaar woning] , [gebruiker woning] en verzoeker gesloten huisbewaringsovereenkomst ook niet blijkt dat [gebruiker woning] gehouden was om verzoeker toegang te verschaffen tot de woning teneinde controles te kunnen uitvoeren. Het staat gelet hierop allerminst vast dat verzoeker de woning vaker zou hebben kunnen onderzoeken/controleren dan dat hij heeft gedaan. Er staat daarom ook niet vast dat verzoeker ter zake een verwijt gemaakt kan worden. Wel vast staat dat verzoeker de woning op 28 april 2025 heeft bezocht. Verzoeker heeft daarover verklaard dat hij toen niets verdachts heeft aangetroffen en dat is, ook als de politie wordt gevolgd in de schatting dat de stekkerij/kwekerij ten tijde van haar controlebezoek op 9 juli 2025 al enkele maanden aanwezig moet zijn geweest, niet onaannemelijk.