ECLI:NL:RBNHO:2025:9758
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van handhaving tegen het gebruik van een bedrijfsruimte met woonvoorzieningen
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 augustus 2025, wordt de vraag behandeld of er sprake is van een overtreding door het aanbrengen van woonvoorzieningen in een bedrijfsruimte. De eiser, vertegenwoordigd door K.S. Mahi, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, dat handhavend optrad tegen het gebruik van het pand. Het college stelde dat de aangebrachte voorzieningen, zoals een douche, wc en keuken, een zelfstandige woning mogelijk maakten, wat in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat, ondanks de aanwezigheid van deze voorzieningen, er geen sprake is van een zelfstandige woning. De voorzieningenrechter concludeert dat het college ten onrechte handhavend heeft opgetreden, omdat de feitelijke situatie niet wijst op bewoning van het pand. De voorzieningenrechter vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit van het college, waardoor de eiser de voorzieningen in het pand mag behouden zonder een dwangsom te verbeuren. Tevens wordt het college veroordeeld tot betaling van griffierecht en proceskosten aan de eiser.