Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 28 augustus 2025 in de zaak tussen
[eisers] , uit [plaats 1] , eisers
[derde-partij]uit [plaats 2] (vergunninghouder).
Samenvatting
Procesverloop
Overwegingen
Conclusie
€ 907 bij een wegingsfactor 0,5 voor het lichte gewicht van deze zaak, omdat het geschil beperkt is tot formele aspecten van niet tijdig beslissen en de dwangsom).
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep voor zover gericht tegen het bestreden besluit van 19 september 2022 gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 19 september 2022 voor zover dit ziet op het punt parkeren;
- verklaart het beroep voor zover gericht tegen de aanvullende besluiten van 30 januari 2025 en 2 april 2025 ongegrond;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 453,50;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 184,- aan eisers te vergoeden;
mr. T.J.H. Verstappen en mr. E.J. van Keken, leden, in aanwezigheid van
mr.P.C. van der Vlugt, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 28 augustus 2025.
Informatie over hoger beroep
Bijlage wettelijk kader
De norm is niet van toepassing op parkeervoorzieningen met een capaciteit van minder dan 20 personenauto's. Het wordt desondanks aanbevolen de maatvoeringen die in deze norm worden gegeven ook te hanteren voor het ontwerpen van die categorie parkeervoorzieningen.
(..)