In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 10 september 2025 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Stichting Kinderopvang Haarlemmermeer en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 639,28, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument, waarbij de kantonrechter ambtshalve moest toetsen of voldaan was aan de (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij voldoende had aangetoond dat aan deze informatieplichten was voldaan.
Daarnaast werd er gekeken naar de algemene voorwaarden die van toepassing waren op de overeenkomst. De kantonrechter heeft de daarin opgenomen bedingen getoetst op (on)eerlijkheid, waarbij de prijswijzigingsbedingen niet oneerlijk werden bevonden. Echter, de eisende partij had buitengerechtelijke incassokosten in rekening gebracht voordat de overeengekomen tweede betalingsmogelijkheid was verstreken, wat leidde tot afwijzing van deze kosten. De gevorderde hoofdsom en rente werden toegewezen, terwijl de buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen. De gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten.
De beslissing van de kantonrechter benadrukt het belang van naleving van de wettelijke informatieplichten en de toetsing van algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten, met name in het kader van de bescherming van consumenten tegen oneerlijke bedingen.