Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
in het geding tussen
[eiseres],gevestigd te [vestigingsplaats],
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor ‘s-Hertogenbosch,
gemachtigde [gemachtigde verweerder].
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 17 september 2013 uitspraak gedaan over de ANBI-status van een stichting die vakanties organiseert voor verstandelijk gehandicapten. De stichting, opgericht in 1985, heeft als doel het bieden van begeleide vakanties aan mensen met een verstandelijke beperking. De inspecteur van de Belastingdienst had de stichting per 1 januari 2013 niet langer als een algemeen nut beogende instelling (ANBI) aangemerkt, wat de stichting aanvecht. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de activiteiten van de stichting en de tarieven die zij hanteert voor de vakanties. De rechtbank concludeert dat de stichting zich voornamelijk richt op het particuliere belang van de deelnemers aan de vakanties, en niet op het algemeen nut. De rechtbank verwijst naar relevante wetgeving en eerdere jurisprudentie, waaronder de 'doelgroep-toets' en de 'quid-pro-quo-toets', die bepalen of een instelling als ANBI kan worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat de stichting niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt, en verklaart het beroep van de stichting ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de commerciële tarieven die de stichting hanteert en de noodzaak om het doel van de activiteiten te onderscheiden van de commerciële activiteiten die zij verricht. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep ongegrond.