ECLI:NL:RBNNE:2013:7263

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 december 2013
Publicatiedatum
26 november 2013
Zaaknummer
C-19-97175 - HA ZA 13-38
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering door gemeenteraadslid en terugbetaling van verduisterde gelden

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 4 december 2013 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de vereniging Raadslid.nu en een voormalig gemeenteraadslid, [gedaagde]. De vereniging vorderde een bedrag van € 56.581,97 van [gedaagde], die als penningmeester van Raadslid.nu fungeerde, wegens verduistering van gelden. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] in de periode van 15 maart 2007 tot 1 september 2011 als penningmeester verantwoordelijk was voor de financiële administratie van de vereniging. Na het uitbesteden van deze administratie aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten, heeft [gedaagde] verzuimd om de benodigde financiële documenten over te dragen, wat leidde tot financiële onregelmatigheden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] ten onrechte geld heeft onttrokken aan het vermogen van Raadslid.nu, en dat hij een bedrag van € 32.293,97 aan de vereniging moet terugbetalen. Dit bedrag is berekend op basis van onttrekkingen en niet teruggegeven toebehoren van een laptop. De rechtbank heeft ook de vordering van Raadslid.nu tot vergoeding van incassokosten afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De rechtbank heeft [gedaagde] verder veroordeeld in de proceskosten en beslagkosten, en de wettelijke rente over het toegewezen bedrag vanaf het moment van verduistering tot aan de volledige betaling.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuursleden in het beheer van verenigingsfinanciën en de gevolgen van het niet naleven van deze verantwoordelijkheden. De rechtbank heeft geoordeeld dat [gedaagde] niet alleen aansprakelijk is voor de verduistering, maar ook voor de kosten die de vereniging heeft moeten maken om de financiële administratie te reconstrueren.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Assen
zaaknummer / rolnummer: C/19/97175 / HA ZA 13-38
Vonnis van 4 december 2013
in de zaak van
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
RAADSLID.NU, NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RAADSLEDEN,
gevestigd en kantoorhoudende te Den Haag,
eiseres,
advocaat mr. A.K. Doornbosch, die kantoor houdt in Assen,
tegen
JAN [gedaagde],
die woont in Emmen,
gedaagde,
advocaat mr. P. Keijzer, die kantoor houdt in Emmen.
Partijen worden hierna Raadslid.nu en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 9 januari 2013;
  • de conclusie van antwoord van 17 april 2013;
  • de conclusie van repliek van 12 juni 2013;
  • de conclusie van dupliek 24 juli 2013.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van het geschil uit van de volgende feiten die vaststaan omdat die feiten enerzijds zijn gesteld en anderzijds niet of niet voldoende zijn weersproken, of omdat die feiten blijken uit de in zoverre onweersproken gebleven inhoud van de overgelegde producties.
2.2.
Raadslid.nu betreft een vereniging die de belangen behartigt van onder meer gemeenteraadsleden.[gedaagde]
2.3.
[gedaagde] is in de periode die aanvangt op 15 maart 2007 en die eindigt op
1 september 2011, bestuurslid en penningmeester geweest van Raadslid.nu.
2.4.
In 2010 heeft het bestuur van Raadslid.nu besloten om de financiële administratie met ingang van 1 januari 2011 uit te besteden aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten (hierna: de VNG). [gedaagde] is daarom verzocht om de onder hem berustende financiële administratie van Raadslid.nu aan de voorzitter van het bestuur van Raadslid.nu of op het gemeentehuis in Emmen af te geven.
2.5.
Op 15 juli 2011 heeft de voorzitter van het bestuur van Raadslid.nu een e-mail gestuurd aan [gedaagde]. Daarin is opgenomen, voor zover van belang:
Ik heb op vrijdag 22.7 as. een afspraak in het noorden van het land. Ik wil dan graag in de ochtend alle bescheiden bij je ophalen. In de week erop bezorg ik dan alle relevante stukken bij een kantoor van E & Y (in overleg met[X]). E & Y stelt een overdrachtsdocument op waaruit de financiële positie van de vereniging blijkt per datum overdracht van 22.7.2011. Dat zou dan moeten dienen als tussentijdse decharge voor jou (en je medebestuursleden) en als een beginpositie voor Daniëlle in haar rol van opvolgend penningmeester.
Ik doe vanuit de vereniging en je mede bestuursleden thans een dringend beroep op je om dit op deze wijze af te handelen, hetgeen ook in lijn is met de gemaakte afspraken van 22 april as. te Utrecht. Vanuit mijn planning betekent dit dat ik op vrijdag 22 juli 2011 om 11:00 uur bij jou thuis ben op het [adres]. Mocht er dan niemand thuis kunnen zijn op die ochtend, dan wordt voorgesteld dat alle bescheiden kunnen worden opgehaald bij het gemeentehuis van Emmen, bij een met naam en toenaam te benoemen persoon, inclusief contactgegevens. Je kan dit dan zelf tijdig regelen. Deze uitwijk is voorgesteld om te borgen dat de stukken hoe dan ook op
22 juli as. door mij persoonlijk kunnen worden opgehaald. Met alle vertrouwen in een koerier moeten we er niet aan denken dat de bescheiden in het ongerede zouden kunnen raken.
2.6.
Op 20 juli 2011 heeft [gedaagde] hierop gereageerd met een e-mailbericht. Daarin is opgenomen, voor zover van belang:
De bescheiden zijn niet aan Frank meegegeven, omdat ik hem heb aangegeven dat ik tot en met de week van 14 juli, heel erg druk was met het raads- en gewone werk.
(…)
Daarnaast zou ik zorgdragen dat de bescheiden bij de VNG terecht zouden komen. Afspraak is afspraak.
Deze afspraak zal ik aldus nakomen, waarbij ik de zaak goed kan afsluiten voor mijzelf. En dat wens ik mijzelf en de vereniging ten zeerste toe. Dus ben ik maar zo eigenwijs omdat ook te doen, zoals afgesproken in ons gesprek in april.
Ik zal zorgen dat de (financiële) spullen voor mijn vakantie, met accountantsverklaring bij de VNG zijn. Zodat een en ander dan overgedragen is door mij aan de vereniging, en ik een en ander met een goed gevoel heb afgesloten.
2.7.
[gedaagde] heeft op 26 juli 2011 een e-mail gestuurd aan Raadslid.nu. Daarin is opgenomen, voor zover van belang:
Behoorlijk last van een vervelend kwaaltje. Heb daarom besloten om ook eerder vakantie te hebben (met vakantie te gaan), want met rust geneest het sneller. Zal dus ook niet vaak reageren op mailtjes en telefoontjes.
Jij wilde nog een datum:
in de week van 28 augustus (dan ben ik weer aan het werk) zijn de bescheiden bij de VNG. Laten we zeggen 31 augustus.
2.8.
Op 14 november 2011 heeft Raadslid.nu een brief aan [gedaagde] gestuurd. In die brief worden aan [gedaagde] uiteenlopende vragen gesteld over financiële onregelmatigheden. In de brief is opgenomen, voor zover van belang:
Vanaf eind 2010/begin 2011 hebben wij meerdere keren afspraken gemaakt over de overdracht van de financiële administratie van de Vereniging voor Raadsleden - Raadslid.nu en het opstellen van de jaarrekening 2010 met een controle daarop door Ernst & Young. Nadat dit een aantal malen is verschoven, heeft u eind augustus/begin september een envelop met financiële stukken naar het algemene postadres van de VNG gestuurd. Van Ernst & Young hebben wij begrepen dat zij nooit financiële gegevens over 2010 hebben ontvangen.
(…)
Waarom heeft het bestuur niet de gehele financiële administratie (contributiefacturen, rekeningen, rekeningafschriften en andere financiële bescheiden) over de tijd waarin u als penningmeester hebt gefunctioneerd ontvangen?
2.9.
Op 27 november 2011 heeft [gedaagde] op deze brief schriftelijk gereageerd. Hij heeft in zijn reactie opgenomen, voor zover van belang:
Conform gemaakte afspraken heb ik medio januari 2011 de financiële bescheiden waarom gevraagd is naar Ernst & Young gestuurd, ik heb dat ook al een aantal keer aangegeven. Ik heb in de aanbiedingsbrief aangegeven dat vervolgstappen afgestemd dienden te worden met de voorzitter van het bestuur, de heer Otten. Dit vanwege het feit dat ik zou stoppen met het penningmeesterschap. Ik heb geen kopieën gemaakt, omdat ik er vanuit ging dat het vervolg voor zich sprak. Daarom zijn nu ook niet alle antwoorden op uw vragen zo te geven, omdat ik geen gegevens meer bezit. Wat er fout is gegaan bij de verzending weet ik ook niet, dat zou dan nader onderzocht moeten worden om antwoord te krijgen.
2.10.
De VNG, het accountantskantoor Ernst & Young, noch het bestuur van Raadslid.nu heeft de beschikking gekregen over de financiële administratie van Raadslid.nu. Raadslid.nu heeft daarom die financiële administratie gereconstrueerd aan de hand van door haar met het oog op die reconstructie bij de Rabobank opgevraagde bankafschriften van de door haar bij die bank aangehouden bankrekeningen. Uit die bankafschriften blijkt dat [gedaagde] ten eigen bate onttrekkingen heeft gedaan aan het vermogen van Raadslid.nu, door overmaking van saldi van op naam van Raadslid.nu gestelde bankrekeningen naar (spaar)rekeningen die op zijn en/of op naam van zijn echtgenote waren gesteld bij de ASN bank.
2.11.
Op 11 januari 2012 heeft Raadslid.nu een brief aan [gedaagde] gestuurd. Aan die brief is een bijlage gehecht waarin wordt gespecificeerd welke onttrekkingen [gedaagde] aan het vermogen van Raadslid.nu heeft gedaan en wat hij daarvan in de loop van de tijd heeft terugbetaald. Uit de bijlage volgt dat het Raadslid.nu tot op dat moment is gebleken dat [gedaagde] per saldo € 17.706,17 aan het vermogen van Raadslid.nu heeft onttrokken. In de brief stuurt Raadslid.nu aan op een gesprek over de ontstane situatie en de oplossing daarvan. De brief wordt afgesloten met een alinea waarin [gedaagde] wordt gemeld dat de wens om tot een gesprek te komen hem niet ontslaat tot terugbetaling van het in de brief berekende bedrag dat [gedaagde] aan het vermogen van Raadslid.nu heeft onttrokken.
2.12.
Op 18 januari 2012 heeft [gedaagde] schriftelijk gereageerd. In zijn brief is opgenomen, voor zover van belang:
5. De terugbetaling. Ik heb dit geld niet zo bij de hand. Ik verzoek u mij dan ook de gelegenheid te geven om gelden te genereren hiervoor. Ik hoop dat ik daar de tijd voor krijg (bijvoorbeeld 2 maanden of zoiets).
6. Vanzelfsprekend wil ik graag komen tot een goede oplossing van de gerezen problemen door middel van een gesprek (persoonlijk of wellicht via de mail als dat makkelijker is). Wilt u daarvoor wat voorstellen doen? Mag ik daar vanuit gaan?
2.13.
Partijen hebben dat gesprek met elkaar gevoerd op 27 januari 2012 Raadslid.nu heeft wat is besproken aan [gedaagde] schriftelijk bevestigd. In de daartoe strekkende brief van 30 januari 2012 is opgenomen, voor zover van belang:
Geachte heer [gedaagde],
Afgelopen vrijdag 27 januari 2012 heeft het bestuur van Raadslid.nu vertegenwoordigd door mevrouw [Y], de heer[Z] en ondergetekende een gesprek met u gevoerd in Zalencentrum Hoog Brabant te Utrecht. Dit gesprek is tot stand gekomen na uw reactie op onze brief van 11 januari jongstleden.
Het bestuur heeft u medegedeeld dat:
- op 24 januari jongstleden bij de politie tegen u aangifte is gedaan in verband met de wijze waarop u het penningmeesterschap van Raadslid.nu heeft ingevuld
- (…)
- er nog geen zekerheid bestaat of alle onduidelijke boekingen boven water zijn
- Raadslid.nu tot de bodem en tot de laatste euro zich in zal spannen om dat uit te zoeken
- (…)
Het bestuur constateert voorts dat u geen verklaring heeft afgelegd over een motief of handelswijze en dat u vooralsnog evenmin spijt heeft betuigd of excuses heeft aangeboden.
Met u is afgesproken dat
- u in ieder geval de onbetwiste som van EUR 17.706,17 overmaakt naar de bankrekening van Raadslid.nu, zodat dit uiterlijk op 10 februari 2012 voor 12.00 uur op de bankrekening van Raadslid.nu staat
- u eventuele bescheiden of andere zaken van Raadslid.nu die nog in uw bezit zijn overdraagt aan Raadslid.nu. Ook hiervoor geldt de termijn van 10 februari 2012, voor 12.00 uur. Hiervoor neemt u contact op met ondergetekende (…)
- indien deze termijn niet wordt gerespecteerd, wordt overgegaan tot het inschakelen van de gerechtsdeurwaarder.
2.14.
[gedaagde] heeft op 27 januari 2012 aan aantal zaken en bescheiden aan de voorzitter van het bestuur van Raadslid.nu teruggegeven. Het gaat om een laptop met enige toebehoren, een drietal brieven, een achttal bankafschriften van een bankrekening van Raadslid.nu, een drietal kostenoverzichten en een factuur met bijbehorende aanmaning.

3.Het geschil

3.1.
Raadslid.nu vordert, verkort weergegeven, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 56.581,97, vermeerderd met rente en (incasso-, beslag- en proces)kosten. Daartoe stelt Raadslid.nu, samengevat weergegeven, dat [gedaagde] als penningmeester geld van Raadslid.nu heeft verduisterd en dat zij tot een bedrag ter grootte van € 2.500,00 recht heeft op vergoeding van schade die zij heeft geleden doordat haar (bestuurs)leden veel tijd en moeite hebben moeten nemen om de financiële administratie van Raadslid.nu te reconstrueren. Raadslid.nu vordert verder betaling van € 187,80 als vergoeding voor alles wat bij de laptop hoorde, maar door [gedaagde] in weerwil van daarover gemaakte afspraken aan Raadslid.nu niet is teruggegeven.
3.2.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Raadslid.nu althans tot afwijzing van haar vordering. Daartoe voert [gedaagde] aan, samengevat weergegeven, dat hij zich tot zijn grote spijt en schaamte genoodzaakt heeft gezien om geld van Raadslid.nu te gebruiken om zijn eigen schuldeisers te betalen. [gedaagde] voert aan dat hij echter niet het door Raadslid.nu gevorderde bedrag heeft verduisterd, maar een lager bedrag dat in ieder geval niet meer dan € 34.230,88 bedraagt. Daartoe betwist [gedaagde] een door Raadslid.nu vooronderstelde onttrekking aan haar vermogen ter grootte van
€ 20.000,00 stelt hij dat hij meer aan Raadslid.nu heeft terugbetaald dan het bedrag waarvan Raadslid.nu bij begroting van haar vordering uitgaat, en stelt [gedaagde] hij dat hij recht had op een voorschot op een bestuursvergoeding ter grootte van € 1.500,00 en dat wat hij ten laste van een rekening van Raadslid.nu heeft gepind, door hem ten behoeve van Raadslid.nu is besteed. [gedaagde] erkent dat hij niet alle toebehoren van een laptop heeft teruggegeven en hij biedt aan dat alsnog te doen. Volgens [gedaagde] gaat het om toebehoren die samen niet
€ 187,80 waard zijn. [gedaagde] stelt dat het om een lager bedrag moet gaan en hij klaagt erover dat Raadslid.nu het gevorderde bedrag op geen enkele wijze heeft onderbouwd. [gedaagde] stelt dat de gevorderde vergoeding ter grootte van € 2.500,00 niet kan worden toegewezen, omdat uit de rechtspraak blijkt dat een beoordeling aan de hand van een dubbele redelijkheidstoets moet plaatsvinden en dat gelet op die toets, het niet gaat om redelijkerwijs verrichte werkzaamheden en een redelijke vergoeding. [gedaagde] betwist verder dat hij gehouden is de gevorderde vergoeding voor incassokosten te betalen,
omdat die kosten niet redelijk zijn of niet in redelijkheid hadden hoeven te worden gemaakt.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak, met het oog op een doelmatige bespreking samengevat weergegeven, om het volgende. [gedaagde] heeft door verduistering geld onttrokken aan het vermogen van Raadslid.nu en hij moet wat hij heeft verduisterd aan Raadslid.nu terugbetalen. Tussen partijen is in geschil welk bedrag is verduisterd. Partijen zijn het bovendien niet eens over een bijkomende schadevergoeding die Raadslid.nu betaald wil krijgen. Ten aanzien van de tegen deze achtergrond tussen partijen opgekomen geschilpunten overweegt de rechtbank als volgt.
4.2.
Te beoordelen staat onder meer welk bedrag [gedaagde] aan het vermogen van Raadslid.nu heeft onttrokken.
[gedaagde] voert tot zijn verweer onder randnummer 14 van zijn conclusie van antwoord in de eerste plaats aan:
Aldus is het door [gedaagde] overgeboekte en derhalve aan Raadslid terug te betalen bedrag feitelijk veel minder, doch in ieder geval niet méér dan € 34.230,88.
4.3.
Raadslid.nu leest hierin een erkenning van haar vordering tot voormeld bedrag. In reactie daarop voert [gedaagde] onder randnummer 6 van zijn conclusie van dupliek aan:
De stelling van Raadslid.nu (onder punt pt. 6) dat zij [gedaagde] aldus begrijpt dat [gedaagde] zou erkennen dat hij € 34.230,88 aan Raadslid.nu verschuldigd is, lijkt vooral ingegeven door de eigen wens van Raadslid.nu zelf. [gedaagde] heeft gesteld dat uit de door Raadslid.nu overgelegde bankafschriften niet méér blijkt dan een totaal aan overboekingen van € 34.230,88. De vorderingen van Raadslid.nu zijn hiermee reeds onvoldoende onderbouwd.(…)
4.4.
Eén en ander brengt de rechtbank tot het volgende. Raadslid.nu houdt [gedaagde] aansprakelijk voor de schade die zij lijdt als gevolg van verduistering. De grondslag van de vordering brengt met zich mee dat Raadslid.nu feiten moet stellen en zo nodig moet bewijzen waaruit de door haar gestelde verduistering blijkt. Raadslid.nu heeft in overeenstemming met haar stelplicht en bewijslast, in haar dagvaarding een concrete opstelling geproduceerd van het bedrag dat [gedaagde] volgens haar heeft onttrokken. Raadslid.nu heeft deze opstelling bovendien met bewijsmiddelen onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat gelet op deze onderbouwing van [gedaagde] mocht worden gevergd dat hij zijn stellingen concreet had uitgewerkt en dat hij daarom niet kon volstaan met een in algemene termen vervat verweer. Een dergelijk verweer kan in deze zaak niet relevant zijn voor een beoordeling van de door Raadslid.nu concreet gemaakte posten waaruit haar vordering is samengesteld. Het voorgaande klemt te meer, omdat Raadslid.nu in het bij antwoord gevoerde verweer, een erkenning leest van haar vordering tot een bedrag ter grootte van € 34.230,88 en [gedaagde] daarvan wel kennis neemt, maar desalniettemin nalaat om zijn verweer bij dupliek alsnog concreet te maken. De rechtbank oordeelt dat [gedaagde] in het licht van deze feiten en omstandigheden zijn verweer onvoldoende heeft onderbouwd voor zover hij de vordering van Raadslid.nu voor een bedrag ter grootte van € 34.230,88 heeft willen bestrijden.[gedaagde]
4.5.
[gedaagde] heeft wel een concreet uitgewerkt verweer gevoerd ten aanzien van de hierna te bespreken geschilpunten.
4.6.
Heeft [gedaagde] op 5 februari 2008 € 20.000,00 onttrokken aan het vermogen van Raadslid.nu? In de inleidende dagvaarding stelt Raadslid.nu over deze onttrekking geen concrete feiten. Het is [gedaagde] die in zijn conclusie van antwoord tot zijn verweer aanvoert dat het gaat om een overboeking die zou hebben plaatsgevonden op 5 februari 2008, maar die volgens hem niet blijkt uit de door Raadslid.nu in het geding gebrachte bankafschriften. [gedaagde] betwist dat hij een dergelijke overboeking heeft gedaan. Raadslid.nu respondeert op dit verweer door bij repliek aan te voeren:
Raadslid.nu kan op dit moment nog niet beschikken over het betreffende bankafschrift doch zal dat alsnog in het geding brengen.
4.7.
[gedaagde] voert in zijn conclusie van dupliek aan dat Raadslid.nu inmiddels de beschikking heeft over niet alleen de bankafschriften van de op haar naam gestelde bankrekeningen, maar ook, gelet op een daartoe door hem gegeven machtiging, over bankafschriften van op zijn naam gestelde bankrekeningen.
[gedaagde] blijft bij zijn betwisting en hij stelt zich de vraag hoe Raadslid.nu bij de door haar gestelde overboeking komt.
4.8.
Het is een vraag die Raadslid.nu in deze procedure niet heeft beantwoord. Zij heeft op 7 augustus 2013 de rechtbank verzocht om pleidooi en ter toelichting op dat verzoek aangevoerd:
Mr. Doornbosch verzoek pleidooi vanwege stukken die nog in het geding gebracht worden.
4.9.
Een dag voordat het pleidooi wordt gehouden, meldt de advocaat van Raadslid.nu de rechtbank, dat partijen zijn overeenkomen het pleidooi te laten vervallen en dat vonnis wordt gevraagd.
4.10.
Het is de vraag of onder deze omstandigheden Raadslid.nu tot levering van bewijs moet worden toegelaten.
4.11.
De rechtbank laat Raadslid.nu niet toe tot het leveren van bewijs, niettegenstaande het feit dat Raadslid.nu in de inleidende dagvaarding in algemene bewoordingen bewijs van haar stellingen heeft aangeboden. Daarvoor is redengevend dat de rechtbank oordeelt dat door het concrete verweer dat [gedaagde] heeft gevoerd, een nadere stelplicht op Raadslid.nu kwam te rusten. Het had van Raadslid.nu mogen worden gevergd dat zij haar vordering nader had onderbouwd door voor bewijs vatbare feiten te stellen en aannemelijk te maken waaruit volgt dat [gedaagde] het bedrag van € 20.000,00 aan haar vermogen heeft onttrokken. Dat heeft Raadslid.nu niet gedaan. Eén en ander brengt met zich dat de rechtbank bij de verdere beoordeling ervan zal uitgaan dat [gedaagde] (op 5 februari 2008) geen onttrekking ter grootte van € 20.000,00 aan het vermogen van Raadslid.nu heeft gedaan.
4.12.
Heeft [gedaagde] in de loop van de tijd méér dan € 5.684,28 terugbetaald aan Raadslid.nu? De rechtbank oordeelt dat het [gedaagde] betreft, van wie gevergd mocht worden dat hij ter voldoening aan zijn stelplicht concrete gegevens had aangevoerd ten aanzien van betalingen die hij zou (kunnen) hebben gedaan en die door Raadslid.nu in de berekening van haar vordering niet zijn meegenomen. Dat heeft [gedaagde] niet gedaan en daarom faalt dit verweer.
4.13.
Mocht [gedaagde] aan zichzelf een voorschot toekennen op een bestuursvergoeding ter grootte van € 1.500,00? De rechtbank oordeelt dat [gedaagde] geen belang heeft bij een bespreking van zijn in dit verband betrokken stellingen. [gedaagde] stelt geen feiten waaruit volgt dat hij per saldo recht heeft op een bestuursvergoeding ter grootte van € 1.500,00, zodat niet valt in te zien waarom hij wel recht heeft op een bedrag voorschot tot dat bedrag.
4.14.
Heeft [gedaagde] ten onrechte € 1.100,00 gepind? [gedaagde] voert aan dat hij dit bedrag heeft gepind en daarmee kosten voor de stichting heeft voldaan. Dat verweer acht de rechtbank in het licht van het stelselmatig verduisteren van vermogen door [gedaagde], ontoereikend onderbouwd. Het lag op de weg van [gedaagde] om concretere gegevens aan zijn verweer ten grondslag te leggen, en hij heeft in zoverre niet aan zijn stelplicht voldaan (zie: HR 8 juli 1992, NJ 1992, 713, rov. 3.4.). De rechtbank laat het in dit verband voor rekening en risico van [gedaagde] komen dat hij niet over kwitanties en/of kassabonnen beschikt waaruit de door hem gestelde bestedingen kunnen blijken.
In het licht van de door de rechtbank als vaststaand aangenomen feiten moet het ervoor worden gehouden dat het aan [gedaagde] is te wijten dat de administratie in het ongerede is geraakt en daardoor eventuele kwitanties en kassabonnen niet meer beschikbaar zijn.
4.15.
Is [gedaagde] ook gehouden € 187,80 te vergoeden voor de niet teruggegeven toebehoren van de laptop? [gedaagde] is in verzuim datgene wat hij thans nog van Raadslid.nu onder zicht houdt, terug te geven. Dat verzuim maakt op zichzelf genomen dat Raadslid.nu bevoegd is om de verbintenis tot teruggave om te zetten in een verbintenis tot betaling van vervangende schadevergoeding. De dagvaarding van Raadslid.nu betreft de schriftelijke mededeling aan [gedaagde] waaruit volgt dat Raadslid.nu geen teruggave maar vervangende schadevergoeding wenst (artikel 6:87 lid 1 BW). Het aanbod van [gedaagde] om de zaken alsnog terug te geven, kan hem daarom niet meer baten.
4.16.
Gelet op het daarop gerichte verweer komt het vervolgens erop aan of de zaken die [gedaagde] had moeten teruggeven € 187,80 waard zijn. Het hiertegen gerichte verweer berust op een onvolledige lezing van de dagvaarding en de daaraan gehechte productie 13, waarin onder meer de door [gedaagde] betwiste onttrekking van 5 februari 2008 is opgenomen. In die productie is ook een overzicht gegeven van onder meer de niet ingeleverde computertoebehoren en de waarde ervan (boek iWork '09 t.w.v. € 19,95;
iWork '09 t.w.v. € 79,00; Apple magic Mouse t.w.v. € 69,00 en Belkin 7 poorts USB 2.0 t.w.v. € 19,85). Het verweer van [gedaagde] dat erop neerkomt dat Raadslid.nu haar vordering niet of onvoldoende heeft onderbouwd, faalt daarom.
4.17.
Is [gedaagde] gehouden € 2.500,00 te betalen als vergoeding voor de tijd en moeite die Raadslid.nu heeft genomen om de financiële administratie te reconstrueren? [gedaagde] voert aan dat het gaat om kosten om schade vast te stellen in de zin van artikel 6:96 BW en volgens hem daarom om kosten die alleen voor toewijzing in aanmerking komen als is voldaan aan een uit de rechtspraak voortvloeiende dubbele redelijkheidstoets. De rechtbank begrijpt echter uit de daarop door Raadslid.nu op haar vordering gegeven toelichting, dat het gaat om schade die is ontstaan omdat de administratie van Raadslid.nu in het ongerede is geraakt. Het gaat daarom, anders dan [gedaagde] meent, niet om buitengerechtelijke kosten waarop de door hem bedoelde dubbele redelijkheidstoets betrekking heeft. Dat doet er overigens niet aan af dat het op de weg van Raadslid.nu lag om concreet te maken welke handelingen zijn verricht en welke tijd en kosten daarmee gemoeid zijn geweest. Dat heeft zij niet gedaan en dat brengt met zich dat wat Raadslid.nu stelt niet toereikend is om de door haar gevorderde schadevergoeding te kunnen beoordelen.
4.18.
Het voorgaande in onderling verband en samenhang beschouwd met twee posten die tussen partijen niet in geschil zijn (het gaat om een onkostenvergoeding die [gedaagde] tot twee maal toe aan zichzelf heeft betaald € 481,61 en de reparatiekosten van een auto die [gedaagde] ten laste Raadslid.nu heeft gebracht € 477,96) leidt tot de navolgende opstelling van de toe te wijzen vordering in hoofdsom van Raadslid.nu:
- onttrekkingen € 34.230,88
- ( terug)betaling door [gedaagde] € 5.684,28 -/-
- vergoeding voorschot € 1.500,00
- vergoeding gepinde bedragen € 1.100,00
- laptop toebehoren € 187,80
- vergoeding onkosten € 481,61
- vergoeding reparatie auto
€ 477,96
Totaal € 32.293,97
4.19.
De gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten zal de rechtbank afwijzen. Daarvoor is redengevend dat Raadslid.nu weliswaar stelt dat zij deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt, maar zij miskent dat die kosten alleen voor vergoeding in aanmerking kunnen komen als zij betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Raadslid.nu heeft aangevoerd dat zij en haar raadsman [gedaagde] hebben gesommeerd de door hem veroorzaakte schade te betalen en dat zij herhaalde malen heeft gecorrespondeerd met [gedaagde] en dat er besprekingen met [gedaagde] zijn gevoerd om tot incasso van haar vordering te komen. Aldus heeft Raadslid.nu onvoldoende gesteld om een vordering van buitengerechtelijke incassokosten te kunnen toewijzen.
4.20.
Raadslid.nu vordert tevens [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 797,15 voor verschotten en € 894,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 894,00).
4.21.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Raadslid.nu worden begroot op:
- dagvaarding € 92,82
- griffierecht 1.261,00
- salaris advocaat
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 3.141,82.
BESLISSING
De rechtbank
1. veroordeelt [gedaagde] om aan Raadslid.nu te betalen een bedrag van € 32.293,97 (tweeëndertig duizendtweehonderddrieënnegentig euro en zevenennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag vanaf het tijdstip dat de respectievelijke bedragen door [gedaagde] zijn verduisterd tot de dag van volledige betaling,
2. veroordeelt [gedaagde] in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 1.691,15,
3. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Raadslid.nu tot op heden begroot op € 3.141,82,
4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R. Tromp, mr. S. Dijkstra en mr. W. Huizing en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2013. [1]

Voetnoten

1.type: L.B.