Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De feiten
“Het is de Gemeente bekend dat Koper het voornemen heeft het verkochte sub A.2[rechtbank: de gronden]
door te verkopen en te leveren aan een projectontwikkelaar. Uit deze door de projectontwikkelaar te betalen koopprijs zal de koopprijs van het verkochte aan de Gemeente dienen te worden betaald. (…) Van deze (…) koopsom blijft een bedrag, in aanvang groot € 3.000.000,- in depot vanaf het moment van levering van het verkochte (…) tot 30 jaren na de datum van levering van het verkochte sub B[rechtbank: de aandelen in de BV]
(…). Het depotbedrag in aanvang groot € 3.000.000,- dient als waarborgsom tot meerdere zekerheid voor de nakoming van alle verplichtingen ten laste van Koper en/of Sportfondsen-Haren BV, voortvloeiende uit deze overeenkomst en genoemde instandhoudingsovereenkomst”.
- a) Als het zwembad naar behoren wordt geëxploiteerd, zal jaarlijks een exploitatiebijdrage uit het waarborgdepot aan Sportijn worden uitgekeerd; dit bedrag beloopt aanvankelijk iets meer dan twee ton jaarlijks, in de loop van 30 jaar neemt het bedrag overeenkomstig een in een bijlage opgenomen staffel af tot anderhalve ton. De rente op het waarborgdepot komt Sportijn toe; na 30 jaar is het restant dat zich in het depot bevindt voor Sportijn.
- b) De gemeente leent Zwembad Haren € 410.000,- als exploitatiebijdrage voor de eerste twee jaren (€ 210.000,- voor 2004, € 200.000,- voor 2005, overeenkomend met de voorziene jaarlijkse exploitatiebijdrage volgens de staffel); de eerste uitkeringen uit het waarborgdepot komen niet ten goede aan Sportijn, maar worden gebruikt om deze lening af te lossen.
- c) De onderhoudskosten van het zwembad komen voor rekening van de huurder (
- d) Als op 1 juli 2005 het bestemmingsplan niet gewijzigd is in die zin dat dit plan de bouw van appartementen daadwerkelijk mogelijk maakt, kan elk van partijen zonder enige verplichting het contract ontbinden.
“Voor het geval dat Sportfondsen-Haren deze overeenkomst niet of niet behoorlijk nakomt, of handelt in strijd met deze overeenkomst, verbeurt zij ten behoeve van de Gemeente (…) een direct opeisbare boete van € 200.000,- (…). Voorts heeft de Gemeente het recht boven gemelde boete een schadevergoeding van Sportfondsen-Haren te vorderen”.
nietover te gaan tot ontbinding van de koopovereenkomst met haar, ondanks dat het bestemmingsplan op 1 juli 2005 nog niet was gewijzigd.
“voorschot”een bedrag gelijk aan het voor dat jaar in de overeenkomsten voorziene uitkering uit het waarborgdepot, namelijk € 198.000,-, onder de toevoeging dat zij bereid was
“bij te dragen in een – na betaling van het hiervoor genoemde voorschot – resterend negatief exploitatieresultaat over het jaar 2006”. Zulke nabetaling heeft overigens niet plaatsgevonden.
- a) De levering van de onroerende zaken wordt nader bepaald op uiterlijk 10 dagen nadat voor de appartementen een bouwvergunning is afgegeven.
- b) Wind moet zich inspannen een bouwvergunning aan te vragen, de gemeente moet zich inspannen deze te verlenen.
- c) De door Sportijn te betalen waarborgsom ad € 3.000.000,- wordt verlaagd met € 863.049,- tot € 2.171.612,22; de gemeente neemt deze € 863.049,- voor haar rekening (zij draagt tot dit bedrag bij in de waarborgsom door storting op de betreffende bankrekening)
- d) De door de gemeente betaalde voorschotten in de negatieve exploitatie van het zwembad over de jaren 2004 t/m 2006 (op dat moment tenminste reeds € 608.000,-) en een nader omschreven kostenpost (€ 34.661,22) worden in
- e) Sportijn kan geen beroep meer doen op art. 24 van de koopovereenkomst, zijnde de clausule dat als op 1 juli 2005 het bestemmingsplan niet gewijzigd was en dit woningbouw mogelijk maakte, zij zonder enige verplichting het contract kon ontbinden.
- f) De drie basisovereenkomsten (koopovereenkomst, huurovereenkomst en instandhoudingsovereenkomst) blijven van kracht voor zover daar nu niet van is afgeweken.
- g) In geval van onvoorziene omstandigheden trachten partijen de afspraken zodanig aan te passen dat de doelstellingen, met name de levering van sportcomplex/zwembad met gronden, zoveel mogelijk bereikt worden.
“Contractueel is Wind Vastgoed ter zake van de verkoop niet de wederpartij van de gemeente, zodat wij ook niet in staat zijn om van Wind Vastgoed uitvoering van de koopovereenkomst te verlangen. Wel is het voor ons van groot belang om te vernemen of Sportijn Groep BV op haar beurt de hiervoor bedoelde mededelingen van Wind Vastgoed inzake het niet kunnen nakomen van haar verplichtingen, tevens niet in staat is om haar verplichtingen uit de koopakte jegens de gemeente na te komen. Immers, het lijkt aannemelijk dat Sportijn Groep BV er vanuit is gegaan dat zij de koopprijs en de waarborgsom geheel kan betalen uit de middelen die vrij komen uit de verkoop aan Wind Vastgoed BV. Wij wensen (…) dan ook graag van Sportijn Groep BV een onderbouwde schriftelijke uitspraak te verkrijgen of zij in staat is de verplichtingen uit de koopakte met de gemeente na te komen”.
“uit te gaan van dezelfde titel als de eerdere bij wijze van geldlening betaalde voorschotbijdragen”. Uitdrukkelijk gaf de gemeente in haar schrijven van 30 juni 2011 aan dat zij kennis had genomen van de mededeling van Sportijn dat zij uit de lopende exploitatie niet in staat was tot terugbetaling. De brief is ‘voor akkoord’ door Sportijn getekend; daarna is de gemeente tot uitbetaling van € 188.000,- (het staffelbedrag voor dat jaar) overgegaan.
2.De vordering
- een contractuele boete op basis van de koopovereenkomst ter hoogte van € 272.268,20,
- door gemeente betaalde exploitatiebijdragen ad € 1.568.000,00,
- openstaande vorderingen met betrekking tot het onderhoud ter hoogte van € 112.075,- en
- een contractuele boete op grond van de instandhoudingsovereenkomst ter hoogte van € 200.000,-,
- dat Sportijn aansprakelijk is voor schade die de gemeente lijdt en nog zal lijden doordat de gemeente voor de overeengekomen periode van 30 jaar vanaf 2003 mogelijk niet zal kunnen beschikken over een door derden geëxploiteerd zwembad waarbij de kosten en het risico voor de exploitatie voor rekening van die derden komen,
- dat Sportijn aansprakelijk is voor het verlies dat de gemeente heeft geleden door het niet doorgaan van de verkoop en doorverkoop van het sportcentrum met omliggende gronden,
- dat Sportijn aansprakelijk is voor de schade die de gemeente mogelijk zal moeten voldoen aan Wind, die de gemeente inmiddels aansprakelijk heeft gesteld op grond van de tripartite-overeenkomst.
3.Beoordeling op hoofdlijnen
omdatde koopovereenkomst niet meer bestond.
4.De ontbinding van de koopovereenkomst
“Wel is het voor ons van groot belang om te vernemen of Sportijn Groep BV op haar beurt de hiervoor bedoelde mededelingen van Wind Vastgoed inzake het niet kunnen nakomen van haar verplichtingen, tevens niet in staat is om haar verplichtingen uit de koopakte jegens de gemeente na te komen. (…) Wij wensen (…) dan ook graag van Sportijn Groep BV een onderbouwde schriftelijke uitspraak te verkrijgen of zij in staat is de verplichtingen uit de koopakte met de gemeente na te komen”.
Hierbetrof het evenwel een bijzonder koopcontract, waarbij de verplichting van de koper – Sportijn – om de koopprijs te voldoen, onlosmakelijk was gekoppeld aan verkrijging van de koopprijs van de derde, lees: Wind. De gemeente heeft deze onlosmakelijkheid in het contract neergelegd omdat zij Sportijn slechts als een ‘doorgeefluik’ had gepositioneerd; het ging er haar immers om dat er een waarborgdepot zou worden gecreëerd, waardoor zij gedurende 30 jaar bevrijd zou zijn van het verstrekken van subsidie.
5.De exploitatiebijdragen
Hierbetrof het evenwel een bijzondere overeenkomst van geldlening, waarbij de verplichting van de lener – Sportijn – om terug te betalen
onlosmakelijkwas verbonden aan verkrijging van de koopprijs van de derde, lees: Wind. Van die koopprijs zou immers een gedeelte groot € 3.000.000,- in het waarborgdepot worden gestort, minus de jaarlijkse exploitatiebijdragen die de gemeente inmiddels had voldaan: de som van die reeds uitbetaalde exploitatiebijdragen – aangemerkt als door Sportijn ‘geleend’ van de gemeente – zou terstond worden (terug)betaald aan de gemeente.
6.Niet-nakoming van de instandhoudingsovereenkomst
7.Onderhoud
“Sportfondsen-Haren dient het gehuurde in redelijke staat te onderhouden. Het gehele onderhoud komt te haren laste”afgeweken van de artikelen 7:206 en 7:204 BW, die inhouden – kort gezegd – dat de verhuurder verplicht is een gebrek (dat is: elke omstandigheid die het genot verhindert) te verhelpen; partijen konden van genoemde wetsbepalingen afwijken omdat deze van regelend recht zijn.
“Voor wat betreft de onderhoudsfacturen hebben jullie aangegeven dat jullie het eens zijn dat Optisport tot op heden op basis van de afspraken die bestaan verantwoordelijk is voor de kosten van huurdersonderhoud. Op basis van de instandhoudingovereenkomst en de afspraken die met (…)[rechtbank: vermeld worden hier namen van gemeenteambtenaren]
zijn gemaakt is het verhuurdersonderhoud voor rekening van de gemeente. De afspraak is dat de gemeente deze kosten vervolgens verrekent in de gehele koop- en verkoopovereenkomst van het Scharlakenhof. Materieel komt dit er op neer dat de gemeente de groot onderhoudskosten voorfinanciert en dat deze kosten bij worden geschreven bij de aanschafprijs van het Scharlakenhof”. Dit mailbericht is van de zijde van de gemeente ter gelegenheid van de comparitie na antwoord met instemming aangehaald, ter onderbouwing van haar standpunt dat hetgeen de gemeente heeft voldaan, door Sportijn moet worden vergoed.
8.Conclusie
- 6.422,00(2 punten, tarief VIII)