De kantonrechter oordeelt over deze posten als volgt:
ad a. luxaflex
[A] heeft niet betwist dat de luxaflex in haar kamer na oplevering beschadigd was. Zij stelt evenwel dat dit al zo was bij aanvang van de huur. Gesteld noch gebleken is evenwel dat [A] daarvan melding heeft gemaakt, hetgeen van haar mocht worden verwacht op grond van de huurvoorwaarden, nu daarin is opgenomen dat de kamer in goede staat is aanvaard. Bewijs van de beschadiging bij aanvang huur heeft [A] niet aangeboden. Het door BHV in rekening gebrachte bedrag, waarbij ook rekening is gehouden met afschrijving, acht de kantonrechter marktconform.
ad b. deurslot
Niet weersproken is dat [A] op 1 mei 2012 het slot van de voordeur van het pand [adres 1] heeft geforceerd, zoals blijkt uit het overgelegde proces-verbaal van aangifte en foto. BHV heeft daarmee haar schade genoegzaam aangetoond.
ad c. schoonmaakkosten € 175,-
[A] heeft de noodzaak tot de schoonmaak betwist. De door BHV overgelegde foto's, tonen echter het tegendeel. Ook de verklaringen van de medebewoners van [A] spreken wat dat betreft boekdelen. Daaruit blijkt dat de kamer van [A] en haar aandeel in de gemeenschappelijke ruimten, mede door de door haar in strijd met de huurovereenkomst gehouden ratten, minst genomen aan een stevige poetsbeurt toe waren. [A] heeft de foto's niet betwist. Voorzover [A] nog heeft gesteld dat zij op 1 mei had willen opruimen, gaat de kantonrechter daaraan voorbij nu, zoals hiervoor reeds is geoordeeld, de huurovereenkomst tussen partijen reeds op die dag was geëindigd. De afspraak dat [A] de sleutel in de middag van 1 mei mocht inleveren, rechtvaardigt niet de conclusie dat de verplichting om de kamer ontruimd en schoon op te leveren tot dat tijdstip opschoof. [A] was bovendien al in het weekend daarvoor verhuisd. De door BHV gespecificeerde schoonmaakkosten mogen derhalve aan [A] in rekening worden gebracht.
ad d. sleutel
Niet betwist is dat [A] bij de beëindiging van de huurovereenkomst haar kamersleutel niet heeft ingeleverd, zodat zij het bij huurovereenkomst terzake overeengekomen boetebedrag verschuldigd is.
ad e. afvalstoffenheffing
De huurovereenkomst maakt bij de specificatie van de in rekening te brengen servicekosten geen melding van de afvalstoffenheffing, zodat de kantonrechter er van uit gaat dat partijen de doorbelasting van deze heffing niet zijn overeengekomen. Daarbij betrekt de kantonrechter dat het om een forfaitair (vast) bedrag gaat, zodat -wanneer deze post wel in de servicekosten zou zijn begrepen- het logisch zou zijn geweest deze post als voorschot te belasten en niet volledig bij wege van naheffing aan de huurders in rekening te brengen De heffing komt daarom niet voor verrekening in aanmerking.
ad f. naheffing gas/electra
De verrekeningsbevoegdheid van deze post is reeds hiervoor onder 5.7 en 5.8 beoordeeld.