vonnis
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
zaaknummer / rolnummer: 119740 / HA ZA 12-141
Vonnis van 6 februari 2013
AMERICAN EXPRESS SERVICES EUROPE LIMITED,
gevestigd te Londen,
eiseres,
advocaat mr. R.R.F. van der Mark te Amsterdam,
[A],
wonende te [plaats],
gedaagde,
advocaat mr. J.C. Kuipéri- Botter te Alkmaar.
Partijen zullen hierna American Express en [A] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- het proces-verbaal van comparitie van 17 december 2012.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3. De Wet herziening gerechtelijke kaart is op 1 januari 2013 in werking getreden. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum tezamen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De zaak wordt daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland.
2. De feiten
2.1. [A] was financieel directeur en - naast drie anderen - voor 25% eigenaar van D&S Food Trading B.V. (hierna: D&S). Op 5 oktober 2010 is D&S failliet verklaard.
2.2. Door American Express is een American Express Business Gold Card ter beschikking gesteld. Deze kaart is op naam van [A] gesteld.
2.3. Het aanvraagformulier ten behoeve van verkrijging van deze kaart, is door [A] ondertekend op 17 augustus 2006. Op dat formulier staat onder 'Voorwaarden van de kaartaanvraag voor de American Express Business Gold Card', voor zover relevant:
'3. AESEL zal haar Algemene Voorwaarden meezenden met de American Express Business Gold Card(s). Indien ik (wij) de American Express Business Gold Card(s) zonder Algemene Voorwaarden ontvang(en), zal (zullen) ik (wij) AESEL alsnog om die Voorwaarden verzoeken. 4. De overeenkomst tussen AESEL en mij (ons) komt tot stand op het moment dat ik (wij) de Kaart(en) ontvang(en) en deze aanvaard(en). Ondertekenen en/of gebruik van de Kaart betekend in ieder geval aanvaarding. (…) 7. American Express zendt de maandafrekeningen aan de Kaarthouder of aan het bedrijf. De Kaarthouder is verplicht het totale bedrag van zijn bestedingen aan American Express te betalen. Het bedrijf is als hoofdelijk medeschuldenaar aansprakelijk voor het totale bedrag van de maandafrekening, tenzij anders is overeengekomen.'
2.4. In de Algemene Voorwaarden staat, voor zover relevant:
'7. Aansprakelijkheid
(…)
2. Bedrijfskaart American Express zendt de Maandafrekening aan het Bedrijf. De Kaarthouder is verplicht het totale bedrag van zijn/haar bestedingen aan American Express te betalen. Het Bedrijf is als hoofdelijk medeschuldenaar aansprakelijk voor het totale bedrag van de Maandafrekening.'
2.5. Alle door [A] met de creditcard verrichte bestedingen zijn gedaan ten behoeve van D&S.
2.6. American Express heeft de maandafrekeningen alleen naar D&S en niet tevens naar [A] gestuurd.
2.7. De maandafrekeningen zijn vanaf 25 augustus 2010 onbetaald gebleven. Op de maandafrekening van 25 april 2012 bedroeg het totale openstaande bedrag € 54.486,31. Betaling van dat bedrag is uitgebleven.
2.8. American Express heeft [A] bij brief van 25 november 2010 in privé aansprakelijk gesteld voor het openstaande bedrag, hem gesommeerd dat bedrag te voldoen en hem in gebreke gesteld voor het geval hij daar niet binnen 8 dagen aan zou voldoen.
3. De vordering
3.1. American Express vordert dat [A] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en zonder borgtocht, wordt veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan American Express te betalen de verschuldigde som van € 56.614,03, bestaande uit de hoofdsom ten bedrage van € 54.486,31 en buitengerechtelijke (incasso)kosten ten bedrage van € 2.127,72, te vermeerderen met de contractuele rente zoals omschreven in artikel 6, leden 1a, 1b en 1c, over € 54.486,31 vanaf twintig dagen na de verzenddata van de maandafrekeningen tot aan de dag der algehele voldoening en kosten rechtens.
3.2. [A] voert gemotiveerd verweer.
3.3. Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil en de beoordeling daarvan
4.1. American Express legt aan haar vordering ten grondslag dat [A] op grond van de tussen hen tot stand gekomen overeenkomst met betrekking tot de American Express Business Gold Card gehouden is de onbetaald gelaten maandafrekeningen te voldoen. [A] stelt zich op het standpunt dat hij geen contractspartij is bij de overeenkomst met American Express en dat hij om die reden niet persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de uitgaven die met de creditcard zijn gedaan. De rechtbank is van oordeel dat beantwoording van de vraag of [A] in privé partij is geworden bij de overeenkomst met betrekking tot de American Express Business Gold Card achterwege kan worden gelaten. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
4.2. Op grond van artikel 7 van de Algemene Voorwaarden en punt 7 van de voorwaarden op het aanvraagformulier voor de Business Gold Card is de kaarthouder gehouden de bestedingen die met de creditcard worden gedaan, te betalen. De onderneming wordt naast de kaarthouder als hoofdelijk medeschuldenaar aangemerkt. Met deze bepalingen beogen de voorwaarden een persoonlijke aansprakelijkheid van de kaarthouder te creëren. Daarmee vormen deze voorwaarden een afwijking van de wettelijke bepalingen van regelend recht. De rechtbank stelt voorop dat voor een persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder in plaats van de vennootschap (al dan niet bij faillissement) slechts onder zeer bijzondere omstandigheden plaats is. Indien American Express de Business Gold Card alleen wenst te verstrekken onder de voorwaarde dat de bedrijfskaarthouder, die met de bedrijfskaart bestedingen ten behoeve van het bedrijf verricht, naast het bedrijf ook persoonlijk jegens American Express aansprakelijk zal zijn, dienen dergelijke zeer vergaande rechtsgevolgen voorafgaand aan het totstandkomen van de overeenkomst uitdrukkelijk aan de aspirant-bedrijfskaarthouder kenbaar te worden gemaakt door American Express. [A] heeft onbetwist gesteld dat American Express heeft nagelaten hem expliciet op deze consequentie te wijzen. De rechtbank is met [A] van oordeel dat hij daardoor de contractuele risico's onvoldoende heeft kunnen inschatten. Daar komt bij dat de creditcarduitgaven uitsluitend zakelijk van aard waren en dat de maandafrekeningen door American Express steeds aan D&S zijn gestuurd en ook door D&S zijn voldaan. Bovendien nam American Express bij bestedingen van meer dan € 20.000,00 contact met D&S op, teneinde te informeren of het bedrijf de gemaakte schulden kon dragen. Voorts was [A] - naast drie andere eigenaren - voor slechts 25% eigenaar van D&S, terwijl hij op grond van de voorwaarden van American Express volledig aansprakelijk wordt gehouden voor de met de bedrijfskaart gedane bestedingen. Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank met [A] van oordeel dat hij - ook als hij zelf contractspartij bij de overeenkomst zou zijn geworden - niet had hoeven te begrijpen dat hij door ondertekening van het aanvraagformulier persoonlijk aansprakelijk voor de bestedingen van D&S met de creditcard zou worden. Nu American Express bovendien geen bijzondere omstandigheden heeft gesteld op grond waarvan [A] - in plaats van de vennootschap - persoonlijk aansprakelijk moet worden gehouden voor de schulden van D&S, dienen de betreffende voorwaarden waarop American Express zich beroept naar het oordeel van de rechtbank als onredelijk bezwarend als bedoeld in artikel 6:233 onder a BW te worden aangemerkt. [A] heeft derhalve terecht de vernietiging van deze bepalingen ingeroepen, zodat de vordering van American Express reeds op deze grond dient te worden afgewezen.
4.3. Gelet op het voorgaande kan in het midden worden gelaten of American Express haar Algemene Voorwaarden al dan niet aan [A] ter hand heeft gesteld.
4.4. Nu de hoofdvordering van American Express zal worden afgewezen, ligt haar vordering tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten evenmin voor toewijzing gereed.
4.5. American Express zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [A] worden vastgesteld op:
- griffierecht € 821,00
- salaris advocaat 1.788,00 (2,0 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 2.609,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt American Express in de proceskosten, aan de zijde van [A] tot op heden vastgesteld op € 2.609,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.G. Lautenbach en in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2013.?