RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Privaatrecht
Locatie Emmen
zaak-/rolnummer: 361042 \ CV EXPL 12-4987
vonnis van de kantonrechter van 1 mei 2013
[Eiser],
die woonplaats kiest in Emmen,
eiser,
gemachtigde: mr. J. Eliya, die kantoor houdt in Emmen,
[Gedaagde],
die woont in [woonplaats],
gedaagde,
gemachtigde: mr. B.L. Wesseling, die kantoor houdt in Amsterdam.
Partijen worden hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 27 november 2012;
- de conclusie van antwoord van 16 januari 2013;
- de conclusie van repliek van 6 maart 2013;
- de conclusie van dupliek van 3 april 2013.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat dit vonnis vandaag wordt uitgesproken.
Op 1 januari 2013 is de Wet Herziening Gerechtelijke kaart in werking getreden. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum samen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland wijst daarom dit vonnis.
De vaststaande feiten
De kantonrechter gaat bij de beoordeling van het geschil uit van de volgende feiten die vaststaan omdat die feiten enerzijds zijn gesteld en anderzijds niet of niet voldoende zijn weersproken, of omdat die feiten blijken uit de in zoverre onweersproken gebleven inhoud van de overgelegde producties.
[eiser] betreft een consument die bij [gedaagde], een professionele handelaar in auto's, een auto heeft gekocht.
Deze auto betreft een BMW 530, gekentekend [xx]. De koopovereenkomst is neergelegd in de daarvan door partijen op 1 augustus 2012 opgemaakte akte. In die akte is opgenomen, voor zover van belang:
De auto is verkocht zonder garantie. Kilometerstand is niet gegarandeerd. De auto is verkocht zoals de koper de auto heeft gezien. [gedaagde] is niet verantwoordelijk voor eerdere schade aan voertuig. De koper verklaart bekend te zijn met de algemene voorwaarden van [gedaagde] en het gelezen te hebben.
Hierbij verklaart de heer [eiser] de auto mee te nemen zoals deze is gezien. De auto is verkocht zonder enige vorm van garantie.
De auto is op 1 augustus 2012 aan [eiser] geleverd.
Na levering van de auto is [eiser] er niet in geslaagd met de auto thuis te komen. Na ongeveer honderd kilometer kwam er veel rook uit de auto en nam het motorvermogen af. De ANWB heeft de auto onderzocht en geconstateerd dat de turbo defect was. De ANWB heeft de auto vervolgens naar de woning van [eiser] gesleept.
De vordering en het verweer
[eiser] vordert, verkort weergegeven, dat de kantonrechter de koopovereenkomst ontbindt en dat hij [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 12.950,-- althans dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding, een en ander vermeerderd met rente en kosten. Daartoe stelt [eiser], samengevat weergegeven, dat hij op 10 juli 2012 een BMW, gekentekend [yy], van [gedaagde] heeft gekocht, maar dat die auto door uiteenlopende gebreken niet beantwoordde aan wat hij ervan mocht verwachten. Daarom heeft hij deze auto in overleg met [gedaagde] omgeruild voor de BMW met het kenteken [xx], waarvoor hij door inruil per saldo € 12.950,-- heeft betaald. [eiser] stelt dat deze auto evenmin beantwoordt aan wat hij ervan mag verwachten. [eiser] stelt dat hij met de auto niet kan rijden, omdat de turbo stuk is. [eiser] verwijst in dit verband naar een rapport van de ANWB dat hij aan de dagvaarding hecht. [eiser] stelt dat hij [gedaagde] vergeefs heeft gesommeerd om de gebreken te verhelpen. [eiser] stelt dat hij recht heeft op en belang heeft bij een correcte nakoming en dat hij daarom ontbinding van de koopovereenkomst vordert, althans een veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van schade.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser], althans tot afwijzing van zijn vordering. Daartoe voert [gedaagde] aan, samengevat weergegeven, dat hij na klachten van [eiser] over een door [eiser] gekochte auto, die auto heeft omgeruild voor de BMW met het kenteken [xx]. [gedaagde] stelt dat voordat over de omruil overeenstemming werd bereikt, hij [eiser] erop heeft gewezen dat de auto gebrekkig is en dat [eiser] ervoor is gewaarschuwd dat de turbo van de auto niet in orde was en dat deze ieder moment kon ophouden met functioneren en vervangen diende te worden. [gedaagde] stelt verder dat [eiser] een proefrit heeft gemaakt en dat [eiser] daardoor zelf kon waarnemen dat de computer van de auto eventuele storingen direct weergeeft op het navigatiescherm. Partijen hebben vervolgens vastgesteld dat de auto is verkocht zonder garantie en zoals de koper de auto heeft gezien. [gedaagde] stelt dat hij onder deze omstandigheden aan zijn inlichtingen- en waarschuwingsplicht heeft voldaan, zodat [eiser] geen succesvol beroep kan doen op non-conformiteit.
De beoordeling
Het gaat in deze zaak, samengevat weergegeven, om het volgende. Tussen partijen is een koopovereenkomst tot stand gekomen, op grond waarvan [gedaagde] aan [eiser] een auto levert. Die auto kampt met een technisch gebrek dat aan een normaal gebruik van de auto in de weg staat. Tussen partijen is in geschil of dat gebrek met zich brengt dat de auto niet beantwoordt aan wat [eiser] daarvan op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. Ten aanzien van de tegen deze achtergrond tussen partijen opgekomen geschilpunten overweegt de kantonrechter als volgt.
De kantonrechter stelt voorop dat vanaf het moment van aflevering de auto voor risico van [eiser] als koper komt, zodat schade als gevolg van een kapotte turbo voor rekening van [eiser] komt. Gegeven de grondslag van de vordering van [eiser] - een beroep op non- conformiteit - kan dat alleen anders komen te liggen als de auto ten tijde van de aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordt, omdat de turbo stuk was of kort na aflevering stuk is gegaan. Mocht [eiser] in het licht van de concrete feiten en omstandigheden van het geval verwachten dat de turbo niet kapot zou zijn of zou gaan?
De kantonrechter is van oordeel dat door de concrete feiten en omstandigheden van het geval [eiser] als koper een verdergaande onderzoeksplicht had dan hij normaalgesproken als koper zou hebben. [eiser] had behoren te twijfelen aan de kwaliteit van de auto, gelet op de omstandigheid dat [gedaagde] heel uitdrukkelijk iedere garantie op de auto wilde uitsluiten en de auto zou worden verkocht onder de bepaling "zoals koper die heeft gezien". Beide omstandigheden in hun onderlinge verband en samenhang beschouwd, brengen met zich dat [eiser] ten tijde van het sluiten van de koop wist of behoorde te weten dat hij te maken had met een autohandelaar die wel heel nadrukkelijk ieder risico dat hij zou kunnen worden aangesproken als de auto gebrekkig was, wilde uitsluiten. Dit roept een onderzoeksplicht voor een koper in het leven, die bijvoorbeeld noopt tot het laten keuren van de auto. Wanneer aan die onderzoeksplicht geen invulling wordt gegeven, zoals in dit geval, brengt dat met zich dat een gebrek, zoals het gebrek aan de turbo, in beginsel, voor rekening en risico van [eiser] als koper komen.
Op [gedaagde] als verkoper rustte echter ook een mededelingsplicht. Van [gedaagde] mag worden verwacht dat hij mededelingen doet over bepaalde hem redelijkerwijs bekende gebreken aan de auto. Anders dan [gedaagde] meent, vervalt die mededelingsplicht niet als het gaat om gebreken die [eiser] als koper zelf ook had kunnen ontdekken. Uit wat [gedaagde] stelt blijkt dat hij dat hij op de hoogte was van het gebrek aan de turbo. Uit wat [gedaagde] stelt blijkt dat hij zich ook bewust is geweest van zijn plicht zijn koper hierover te informeren. [gedaagde] stelt immers dat hij - al dan niet door tussenkomst van zijn medewerkers - mededeling heeft gedaan van datgene wat duidt op een gebrek aan de turbo van de auto. Gelet op het daarop gerichte verweer van [eiser], staat echter (nog) niet vast dat die mededelingen zijn gedaan. De kantonrechter zal daarom [gedaagde] opdragen zijn stellingen te bewijzen.
Slaagt [gedaagde] in dat bewijs, dan zullen de vorderingen van [eiser] worden afgewezen. Slaagt [gedaagde] niet in dat bewijs, dan moet het ervoor worden gehouden dat [gedaagde] zijn mededelingsplicht heeft geschonden, zodat [gedaagde] tot zijn verweer niet met succes kan aanvoeren dat [eiser] in zijn onderzoeksplicht tekort is geschoten. De kantonrechter zal dan de koopovereenkomst ontbinden. Dit leidt dan tot de verplichting tot ongedaanmaking, zodat [gedaagde] dan ook zal worden veroordeeld tot betaling aan [eiser] van € 12.950, vermeerderd met rente en de overigens niet weersproken kosten van [eiser].
De beslissing
De kantonrechter
draagt [gedaagde] op feiten of omstandigheden te bewijzen waaruit kan worden afgeleid, dat hij
- al dan niet door tussenkomst van zijn medewerkers - [eiser] erop heeft gewezen dat de door hem te kopen auto gebrekkig is en dat [eiser] is gewaarschuwd dat de turbo van de auto niet in orde was en dat deze ieder moment kon ophouden met functioneren en vervangen diende te worden,
bepaalt dat [gedaagde] zich op de rolzitting van 15 mei 2013 schriftelijk kan uitlaten over de vraag hoe hij het bewijs wil leveren,
bepaalt dat, als [gedaagde] bewijs wil leveren met schriftelijke stukken, hij deze stukken op de hiervoor genoemde rolzitting over moet leggen,
bepaalt dat [gedaagde], als hij bewijs door getuigen wil leveren, de naam en woonplaats van de te horen getuigen moet opgeven met de verhinderdata voor een periode van 12 weken van hemzelf, zijn gemachtigde en de getuigen en zo mogelijk van de tegenpartij, waarna een dag voor het getuigenverhoor zal worden vastgesteld;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.R. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2013.
typ/conc: 216/BRT
coll: