ECLI:NL:RBNNE:2013:CA3803

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
99332/ FT RK 13-447
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van verzet tegen faillissementsverklaring en de gevolgen van faxberichten

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 22 mei 2013 een verzoeker in staat van faillissement verklaard. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. P. J. Antons, heeft op 5 juni 2013 verzet ingesteld tegen deze faillissementsverklaring. Dit verzet is tijdig ingediend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het verzet niet inhoudelijk behandeld kan worden. Dit oordeel is gebaseerd op de ontvangst van twee faxberichten van de gemachtigde van de verzoeker. Het eerste faxbericht, ontvangen op 12 juni 2013, bevatte een verzoek tot intrekking van het verzet, omdat de verzoeker niet over voldoende liquide middelen beschikte om de faillissementskosten te voldoen. Dit faxbericht werd door de rechtbank opgevat als een onvoorwaardelijke intrekking van het verzet.

Enkele uren later ontving de rechtbank een tweede faxbericht van dezelfde gemachtigde, waarin werd medegedeeld dat het eerste faxbericht als niet verzonden moest worden beschouwd. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat uit het tweede faxbericht geen feiten of omstandigheden blijken die erop wijzen dat de verzoeker zijn verzet niet wilde intrekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker met het eerste faxbericht duidelijk zijn intentie heeft geuit om het verzet in te trekken. Daarom heeft de rechtbank de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in het verzet, omdat er geen grond was voor een inhoudelijke behandeling van het verzet. De beschikking is openbaar uitgesproken op 13 juni 2013.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Assen
zaaknummer / rekestnummer: C/19/99332 / FT RK 13-447
Beschikking van 13 juni 2013
in de zaak van
[Verzoeker],
die woont in [woonplaats],
verzoeker,
gemachtigde: mr. P. J. Antons.
1. Het procesverloop
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit het op 5 juni 2013 ter griffie van de rechtbank ingekomen verzoekschrift van [verzoeker], waarmee verzet wordt ingesteld tegen het vonnis van deze rechtbank van 22 mei 2013 waarin de rechtbank verzoeker in staat van faillissement verklaart en een tweetal brieven van de gemachtigde van verzoeker, beide gedateerd op 12 juni 2013.
2. De beoordeling
2.1. Het gaat in deze zaak, samengevat weergegeven met het oog op een doelmatige bespreking, om het volgende. Op 22 mei 2013 heeft de rechtbank verzoeker failliet verklaart. Uit het vonnis blijkt dat verzoeker bij de behandeling van het verzoek, niet is verschenen. Hoewel tegen hem geen verstek is verleend, begrijpt de rechtbank uit wat wel in het vonnis is overwogen, in samenhang beschouwd het ingestelde verzet, dat het vonnis als verstekvonnis heeft te gelden, zodat daartegen het rechtsmiddel van verzet kon worden ingesteld. Het verzet is tijdig ingesteld.
2.2. Een en ander leidt echter niet tot een inhoudelijke behandeling van het verzet. Daarvoor is het navolgende redengevend.
2.3. Op 12 juni 2012 is ter griffie van de rechtbank een faxbericht ingekomen dat luidt, voor zover van belang:
Namens de heer [verzoeker] zond ik u een verzoekschrift strekkende tot vernietiging van het op 22 mei 2013 uitgesproken faillissement met bovenvermeld nummer. De behandeling zal plaatsvinden donderdag a.s. om 14.00 uur.
Thans is gebleken dat gefailleerde over onvoldoende liquide middelen beschikt om de thans bekende crediteuren alsmede de faillissementskosten te kunnen voldoen. Om die reden ben ik genoodzaakt het verzoekschrift in te trekken. De voornoemde zitting dient dan ook geen doorgang te vinden.
2.4. Met deze brief is het verzet ingetrokken.
2.5. Op 12 juni 2013 is ter griffie van deze rechtbank enige tijd later een tweede faxbericht van de gemachtigde van verzoeker ingekomen. Dat faxbericht luidt, voor zover van belang:
In vervolg op mijn faxbericht van hedenmiddag deel ik u mede dat ik mijn verzoek tot intrekking van het verzet hierbij intrek. Ik verzoek u hierbij eerder genoemde fax als niet verzonden te beschouwen.
2.6. Uit de inhoud van dit tweede faxbericht kunnen geen feiten en/of omstandigheden worden afgeleid waaruit volgt dat verzoeker zijn verzet niet heeft willen intrekken toen het eerste faxbericht werd verzonden en door de rechtbank werd ontvangen. De rechtbank is na ontvangst van het eerste faxbericht ervan uitgegaan dat verzoeker het verzet wilde intrekken. Het tweede faxbericht geeft geen zicht op feiten of omstandigheden waaruit volgt dat de rechtbank het eerste faxbericht in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet mocht opvatten als een (onvoorwaardelijke) intrekking van het verzoek. Verzoeker zal daarom in het verzet niet-ontvankelijk worden verklaard.
3. De beslissing
De rechtbank
verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in het verzet.
Deze beschikking is gegeven door mrs. B.R. Tromp. S. Dijkstra en W. Huizing en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2013.