Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 september 2013;
- het proces-verbaal van comparitie van 11 december 2013;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 11 december 2013.
2.De vaststaande feiten in conventie en in reconventie
3.Het geschil in conventie en in reconventie
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
"de afschriften van alle bescheiden ten aanzien van de gemaakte kosten voor de aankoop en verbouwing van het object"en de daaraan gekoppelde vordering tot veroordeling van[B. Vastgoed]
"tot betaling van het verschil tussen alle kosten die door[B. Vastgoed] zijn gemaakt met betrekking tot de aankoop en verbouwing van het object (zoals uit de door[B. Vastgoed] over te leggen stukken blijkt), inclusief incentives in de huurovereenkomst en de verkoopprijs van het object"en een veroordeling tot betaling van een op deze manier te bepalen bedrag, acht de rechtbank mede in het licht van het daarop gerichte verweer, de vordering onvoldoende bepaalbaar om te kunnen worden toegewezen.
in conventieaan de zijde van [I. Vastgoed] worden begroot op:
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
in reconventieaan de zijde van [I. Vastgoed] worden begroot op: