Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de kantonrechter van 9 juni 2015
[eiser] ,
[Bandenservice] BV,gevestigd te [adres] ,
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak vordert [eiser], die onder bewind is gesteld, betaling van loon en vakantiedagen van zijn voormalige werkgever, Bandenservice BV, en de gedaagden [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] in de periode van september 2012 tot en met augustus 2013 werkzaamheden heeft verricht voor de v.o.f. [bedrijf] en later in dienst is getreden bij de v.o.f. met een parttime contract. Na een ziekmelding in januari 2014 heeft [eiser] zijn loon niet volledig ontvangen. Bandenservice betwist de hoogte van het loon en de arbeidsovereenkomst van 40 uur per week. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiser] niet ontvankelijk is in zijn vorderingen, omdat hij onder bewind staat en de bewindvoerder de formele procespartij dient te zijn. Hierdoor kan [eiser] niet zelf procederen over de aanspraken die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft [eiser] veroordeeld in de proceskosten van Bandenservice, die zijn begroot op € 800,00 aan salaris voor de gemachtigde, plus nakosten.