Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlaten producties zijdens [A] .
2.De feiten
primair:
primair: Friesland Schroot veroordeelt tot betaling aan [A] van een bedrag ter vergoeding van de door haar geleden schade ad € 198.205,00;
primairals
subsidiairgestelde een beslissing neemt die de kantonrechter in goede justitie juist acht;
4.Het geschil en de beoordeling
".. alle weken kwam er wel een schip van zo'n 700 ton. Totdat [C] mij belde, een dik jaar later, met de mededeling: " [B] , we stoppen ermee". Volgens hem kon het niet meer uit."Friesland Schroot heeft vervolgens vanaf 1 januari 2013 de werf niet meer gebruikt. Naar het oordeel van de kantonrechter is deze telefonische mededeling van Friesland Schroot aan [A] , in samenhang met het feitelijk stoppen van het uitvoeren van activiteiten, niet anders te duiden dan als een opzegging van de huurovereenkomst door Friesland Schroot. Een nadere schriftelijke bevestiging was daarvoor niet vereist. Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom, zoals door [A] aangevoerd, deze mededeling geen 'daadwerkelijke' opzegging zou zijn. De rechtshandeling is immers vormvrij. De vordering onder II. zal dan ook verder op basis van het aldaar subsidiair gevorderde worden beoordeeld.