Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2] ,
1.De procedure
- de ten behoeve van de comparitie ingediende producties aan de zijde van [eiser] (productie 6) en aan de zijde van [gedaagden] (producties 6 en 7),
2.De vaststaande feiten
"De nieuwe erfafscheiding komt achter de vrijstaande stenen schuur en 19.70 m1 uit de achtergevel van de woning".
Op 2 april 2008 is de akte van levering bij de notaris gepasseerd.
3.De vordering en het verweer
(1) te verklaren voor recht dat de juridische (eigendoms)grenzen tussen perceel [kadastrale aanduiding 1] enerzijds en [kadastrale aanduiding 2] en [kadastrale aanduiding 1] anderzijds worden gevormd door de kadastrale grenzen zoals aangeduid op het relaas van bevindingen van 8 april 2014 van het Kadaster;
4.De beoordeling
Op grond van de hoofdregel van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is het aan [gedaagden] om feiten en omstandigheden te stellen en zo nodig te bewijzen waaruit volgt dat zijn beroep op verkrijgende verjaring slaagt.
De kantonrechter overweegt dat op grond van artikel 3:13 BW degene aan wie een bevoegdheid toekomt, haar niet kan inroepen voor zover hij haar misbruikt. Een bevoegdheid kan onder meer worden misbruikt door haar uit te oefenen met geen ander doel dan een ander te schaden of in geval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen. Daarbij dienen alle relevante omstandigheden in aanmerking te worden genomen (vgl. HR 17 april 1970, NJ 1971/89). Afwijzing van de vordering tot verwijdering op grond van misbruik van recht laat overigens onverlet dat de eigenaar op wiens eigendomsrecht inbreuk is gemaakt, op grond van art. 6:162 BW vergoeding van schade kan vorderen en daarmee in bedoelde omstandigheden zal moeten volstaan (HR 15 november 2002, NJ 2003/48). Of in dit geval sprake is van misbruik van bevoegdheid, kan de kantonrechter op grond van de thans bekende feiten niet goed beoordelen. In het geval [gedaagden] niet slaagt in de bewijsopdracht, zal de kantonrechter partijen in de gelegenheid stellen zich over deze vraag nader uit te laten.