ECLI:NL:RBNNE:2015:5859

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 december 2015
Publicatiedatum
17 december 2015
Zaaknummer
19.997510-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van meerdere verdachten voor de import en opslag van illegaal vuurwerk en wapenbezit

Op 17 december 2015 heeft de meervoudige economische kamer van de Rechtbank Noord-Nederland in Assen vier personen en één rechtspersoon veroordeeld voor de import, opslag en het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk. De verdachten waren betrokken bij een grootschalige invoer van illegaal vuurwerk, dat werd opgeslagen in een loods nabij chemische bedrijven. Een van de verdachten werd ook veroordeeld voor wapenbezit, omdat hij geladen revolvers in zijn auto en kantoor had. De rechtbank legde verschillende straffen op, waaronder werkstraffen en gevangenisstraffen, met voorwaardelijke delen en geldboetes. De rechtbank oordeelde dat de verdachten opzettelijk professioneel vuurwerk hadden geïmporteerd en niet voldaan hadden aan de veiligheidsvoorschriften van het Vuurwerkbesluit. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachten bewezen op basis van getuigenverklaringen en afgeluisterde gesprekken. De rechtbank benadrukte de gevaren van illegaal vuurwerk en het voorhanden hebben van vuurwapens, en legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op van 30 maanden aan de hoofdverdachte, met een voorwaardelijk deel van 6 maanden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 19/997510-12
verkort vonnis van de meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 17 december 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 maart 2013, 21 april 2015, 1 december 2015, 2 december 2015 en 3 december 2015.
De verdachte is verschenen, op 1 december en 2 december 2015 bijgestaan door mr. F.E. van der Zee en op 3 december 2015 door mr. J.P. Plasman, beiden advocaat te Amsterdam.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. W.H. Frank.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging op 1 december 2015, ten laste gelegd dat:
1.
verdachte op nader te noemen data/datum, in na te noemen plaats/gemeenten, samen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk professioneel vuurwerk, te weten:
A.
op of omstreeks 27 november 2012, althans in of omstreeks de periode van 1 september 2012 tot en met 27 november 2012, in de gemeente Emmen, in elk geval in Nederland:
- 3.500, althans een aantal lawinepijlen "Joker",
- 180, althans een aantal lawinepijlen "Joker 2", artikelnummer R4032,
- 13.600, althans een aantal vlinders, "Spain Cracker", artikelnummer FDS0016,
- 138, althans een aantal batterijen, "Atlas", artikelnummer RFC1381,
- 127, althans een aantal batterijen, "Big Whale", artikelnummer RFC1386,
- 116, althans een aantal batterijen, "Leopard", artikelnummer RFC1387,
- 371, althans een aantal batterijen, "All Seasons", artikelnummer RFC13103
(alle) bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad (aan of nabij de [weg 2] te [plaats 2] ),
en/of
B.
op of omstreeks 27 november 2012, althans in of omstreeks de periode van 1 september 2012 tot en met 27 november 2012, in de gemeente Vlagtwedde, in elk geval in Nederland:
- 5.460, althans een aantal niet nader aangeduide lawinepijlen (omschreven op pagina 6 (en volgende) van 18 van het NFI-rapport met zaaknummer 2013.02.04.112),
- 6.600, althans een aantal vlinders "Spain Cracker", artikelnummer FDS0016,
- 4.000, althans een aantal vlinders "Big Spanish Cracker", artikelnummer FW62002,
-29.200, althans een aantal vlinders "Vlinder Cracker" artikelnummer P8,
- 1.600, althans een aantal vlinders "Vlinder Cracker" artikelnummer JCO29,
(alle) bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of voorhanden heeft gehad (aan of nabij de [weg 1] te [plaats 1] ),
en/of
C.
op of omstreeks 3 november 2012, te [pleegplaats] , gemeente Emmen, althans in Nederland:
-168, althans een aantal flowerbeds, "All Seasons", artikelnummer RFC 13103,
en/of
-36, althans een aantal flowerbeds, "Leopard", artikelnummer RFC 1387,
(alle) bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of voorhanden heeft gehad;
2.
verdachte op of omstreeks 27 november 2012, in de gemeente Emmen en/of elders in Nederland, samen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, als degene die een inrichting, gelegen aan of nabij de [weg 2] , drijft, waar professioneel vuurwerk al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk en/of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik wordt opgeslagen en/of bewerkt, al dan niet opzettelijk er niet voor heeft zorggedragen dat de voorschriften die zijn opgenomen in bijlage 2 van het Vuurwerkbesluit werden nageleefd, immers:
-was in de bewaarplaats en/of in de bewerkingsruimte niet een automatische sprinklerinstallatie met automatische doormelding naar de centrale meldkamer van de brandweer aanwezig (voorschrift 1.4);
4.
hij op of omstreeks 27 november 2012 in de gemeente Emmen samen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer vuurwapens van categorie III, voorhanden heeft gehad, te weten:
- een revolver welke zich bevond in een kluis in de hal van een kantoorpand op de locatie [adres 1] te [plaats 2]
en/of
- een revolver welke zich bevond in een bureaulade in het kantoor (2) op de locatie [adres 1] te [plaats 2]
en/of
- een pistool welke zich bevond in een auto aan of nabij de [adres 2] te [plaats 2]
en/of
munitie van categorie III, voorhanden heeft gehad, te weten:
- 5, althans een aantal, kogelpatronen (in een revolver) in een kluis in de hal van een kantoorpand op de locatie [adres 1] te [plaats 2]
en/of
- 42, althans een aantal, kogelpatronen in een bureaulade in het kantoor (2) op de locatie [adres 1] te [plaats 2] ;
en/of
- 113, althans een aantal, kogelpatronen in een plastic tas in het kantoor (2) op de locatie [adres 1] te [plaats 2] ;
en/of
- 35, althans een aantal, kogelpatronen in een zwart etui in het kantoor (2) op de locatie [adres 1] te [plaats 2] ;
en/of
- 3, althans een aantal, kogelpunten in een jas welke zich bevond in de kantine op de locatie [adres 1] te [plaats 2] ;
en/of
- 4, althans een aantal, kogelpatronen (in een pistool) in een auto ( [kenteken] ) nabij [adres 2] te [plaats 2] ;
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde;
- oplegging van 3 jaar gevangenisstraf waarvan 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.

Beoordeling van het bewijs

Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De raadsman heeft het verweer gevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken, nu op grond van de bewijsmiddelen niet kan worden vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij het invoeren en het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk. Verdachtes [medeverdachte 1] heeft een belastende verklaring afgelegd jegens verdachte. Nu het niet mogelijk is geweest om [medeverdachte 1] als getuige te doen horen, omdat hij zich op zijn verschoningrecht heeft beroepen, is het ondervragingsrecht van de verdediging geschonden. Gelet hierop dienen de verklaringen van [medeverdachte 1] voor het bewijs te worden uitgesloten.
Daarnaast is de raadsman van mening dat sprake is geweest van een alternatief scenario. Gesteld kan daarbij worden dat verdachte volstrekt legaal vuurwerk heeft betrokken van [medeverdachte 1] . Dit scenario komt ook overeen met het feit dat er een spoedbetaling heeft plaatsgevonden aan [medeverdachte 2] en dat er folders zijn geproduceerd. De contacten die verdachte met [medeverdachte 2] onderhield kunnen net zo goed de handel in legaal vuurwerk betreffen.
Tevens heeft de raadsman aangevoerd dat geen sprake is geweest van medeplegen van verdachte met betrekking tot de import, opslag of het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk. Er kan niet worden vastgesteld dat verdachte de vereiste uitvoeringshandelingen heeft verricht met betrekking tot de import of opslag van illegaal vuurwerk.
Bewijsuitsluiting
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
In de jurisprudentie is bepaald dat de verdediging in enig stadium van het geding de gelegenheid moet hebben gehad om een verklaring op haar betrouwbaarheid te toetsen en aan te vechten door de persoon die de verklaring heeft afgelegd als getuige te (doen) ondervragen (HR d.d. 29 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BX5539). Van een effectieve mogelijkheid tot ondervraging is, gelet op het Vidgen-arrest van het EHRM (zaaknummer 29353/06), in beginsel geen sprake indien de getuige zich in het verhoor ten overstaan van een rechter op zijn verschoningsrecht beroept.
Uit voornoemd arrest van de Hoge Raad blijkt voorts dat als de getuige voor een rechter is geroepen en aldaar verschijnt, maar weigert een verklaring af te leggen, dat niet meebrengt dat deze verklaring nimmer aan het bewijs kan bijdragen. Echter, indien een belastende verklaring van een getuige het ‘sole or decisive’ bewijsmiddel is waaruit verdachtes betrokkenheid bij het ten laste gelegde feit rechtstreeks kan volgen en die getuige nadien door een rechter is gehoord en ten overstaan van deze geweigerd heeft antwoord te geven op de hem gestelde vragen, zal deze verklaring, bij ontbreken van voldoende compensatie voor de inbreuk op het ondervragingsrecht, in beginsel niet bruikbaar zijn voor het bewijs.
In casu is [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting gehoord. Ter gelegenheid van dit verhoor heeft [medeverdachte 1] zich beroepen op zijn verschoningsrecht ex artikel 219 Sv. Dat betekent dat de verdediging het haar toekomende ondervragingsrecht onvoldoende heeft kunnen uitoefenen.
De rechtbank is echter van oordeel dat de betrokkenheid van verdachte, die zich heeft beroepen op zijn zwijgrecht, in voldoende mate steun vindt in de overige door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen. De verklaring van [medeverdachte 1] is niet het ‘sole or decisive’ bewijsmiddel waaruit de betrokkenheid van verdachte volgt. De aanwezigheid van voldoende steunbewijs, dat ook bij weglating van de verklaring van [medeverdachte 1] voldoende draagkrachtig is voor een bewezenverklaring, heeft tot gevolg dat reeds om die reden geen aanleiding bestaat voor bewijsuitsluiting.
De rechtbank betrekt hierbij in het bijzonder de verklaring van de [medeverdachte 3] , die heeft verklaard dat er 5 transporten hebben plaatsgevonden waarvan, zo blijkt uit het proces-verbaal, verdachte op de hoogte was. De rechtbank betrekt tevens bij de bewijsmiddelen de afgeluisterde telefoongesprekken die door verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] zijn gevoerd met betrekking tot de handel in vuurwerk. De rechtbank neemt daarnaast de verklaring van [medeverdachte 4] in aanmerking, die onder meer in zijn verklaring van 20 december 2012 te 11.15 uur heeft verklaard dat hij in opdracht van verdachte vuurwerk moest halen voor de afnemers die zich op het bedrijf van verdachte melden. [medeverdachte 4] meldde zich in de kantine van verdachte, waar hij in afwachting van zijn opdracht, aanwezig was totdat hij vuurwerk moest halen. Hij reed met de auto van een klant naar de [weg 2] , laadde daar de auto van de klant met illegaal vuurwerk en bracht de auto daarna weer terug naar de klant. Tevens betrekt de rechtbank daarbij de gesprekken die verdachte heeft gevoerd met de pseudokoper. In die gesprekken heeft verdachte ook aangegeven dat er meerdere transporten illegaal vuurwerk vanuit Duitsland naar het adres aan de [weg 2] waren gebracht en dat één transport was onderschept. De pseudokoper heeft meermalen illegaal vuurwerk gekocht van verdachte. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de vorengenoemde verklaringen te twijfelen.
Alternatief scenario
De raadsman heeft met betrekking tot de import en voorhanden hebben van vuurwerk een alternatief scenario gepresenteerd. De raadsman heeft aangevoerd dat de rollen ook omgedraaid kunnen zijn, in die zin dat [medeverdachte 1] degene was die daarbij de import en opslag verzorgde. [medeverdachte 1] wilde geen namen noemen, daarmee de mogelijkheid openlatend dat het verdachte betreft. Verdachte kocht alleen maar legaal vuurwerk van [medeverdachte 1] .
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat dit, door de verdediging gepresenteerde alternatieve scenario, niet aannemelijk is geworden en geen steun vindt in de bewijsmiddelen.
Tijdens het onderzoek zijn meerdere telefoongesprekken opgenomen. Uit die gesprekken is niet gebleken dat er een onbekende derde persoon betrokken was bij de import en opslag van dat illegale vuurwerk.
Medeplegen
De rechtbank is eveneens van oordeel dat sprake is geweest van medeplegen.
Medeplegen veronderstelt een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte betrokken is geweest bij zowel de opslag in de [weg 2] te [plaats 2] als bij het onderschepte transport op 3 november 2012.
Op grond van de hierboven bewijsmiddelen staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte een initiërende rol heeft gespeeld. Verdachte heeft ter zitting erkend dat hij bemiddelde bij de handel in illegaal vuurwerk, maar dat hij de betaling daarvan niet ontving. Volgens verdachtes eigen verklaring bemiddelde hij in opdracht van een zekere mister X, maar hij wil de naam van deze persoon niet prijsgeven.
Vast staat ook dat verdachte meermalen telefonisch contact heeft gehad met medeverdachten omtrent het illegale vuurwerk. De rechtbank wijst met name op de telefoongesprekken die plaatsvonden tussen verdachte en zijn medeverdachten en het erop uit sturen van een medewerker om te kijken waar het transport bleef, toen was gebleken dat er een transport onderschept was.
Verdachte heeft aldus een wezenlijke bijdrage geleverd aan de import en opslag van het illegaal vuurwerk. Derhalve is de rechtbank van oordeel dat, gelet op het voorgaande, sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten.
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank het onder 1 A en C ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte van het onder B ten laste gelegde, de import en voorhanden hebben van illegaal vuurwerk aan de [weg 1] te [plaats 1] , moet worden vrijgesproken, nu zich in het proces-verbaal geen bewijsmiddelen bevinden die een bewezenverklaring ter zake dit onderdeel kunnen dragen. Op grond van de bewijsmiddelen kan niet worden vastgesteld dat verdachte bemoeienissen heeft gehad met deze locatie.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat, nu zij het onder 1 tenlastegelegde bewezen acht, tevens het onder 2 bewezen is te achten, en verdachte aldus als (mede) drijver van een inrichting kan worden aangemerkt.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat verdachte ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde onderdeel “3, althans een aantal kogelpunten in een jas welke zich bevond in de kantine op de locatie [adres 1] te [plaats 2] ” moet worden vrijgesproken. Niet bewezen kan worden dat sprake is geweest van een of meer of mindere mate van bewustheid van verdachte omtrent de aanwezigheid van munitie in deze jas. In deze kantine bevonden zich met enige regelmaat andere personen. Niet is komen vast te staan aan wie deze jas toebehoorde.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
verdachte op nader te noemen data, in na te noemen plaats/gemeenten, samen en in vereniging met anderen, opzettelijk professioneel vuurwerk, te weten:
A.
op 27 november 2012, in de gemeente Emmen:
- 3.500 lawinepijlen "Joker",
- 180 lawinepijlen "Joker 2", artikelnummer R4032,
- 13.600 vlinders, "Spain Cracker", artikelnummer FDS0016,
- 138 batterijen, "Atlas", artikelnummer RFC1381,
- 127 batterijen, "Big Whale", artikelnummer RFC1386,
- 116 batterijen, "Leopard", artikelnummer RFC1387,
- 371 batterijen, "All Seasons", artikelnummer RFC13103
alle bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad aan of nabij de [weg 2] te [plaats 2] ,
en
C.
op 3 november 2012, te [pleegplaats] , gemeente Emmen:
-168 flowerbeds, "All Seasons", artikelnummer RFC 13103,
en
-36 flowerbeds, "Leopard", artikelnummer RFC 1387,
alle bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en voorhanden heeft gehad;
2.
verdachte op 27 november 2012, in de gemeente Emmen, samen en in vereniging met anderen, als degene die een inrichting, gelegen aan of nabij de [weg 2] , drijft, waar professioneel vuurwerk al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk en/of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik wordt opgeslagen en/of bewerkt, opzettelijk er niet voor heeft zorggedragen dat de voorschriften die zijn opgenomen in bijlage 2 van het Vuurwerkbesluit werden nageleefd, immers:
-was in de bewaarplaats en/of in de bewerkingsruimte niet een automatische sprinklerinstallatie met automatische doormelding naar de centrale meldkamer van de brandweer aanwezig.
4.
hij op 27 november 2012 in de gemeente Emmen, vuurwapens van categorie III, voorhanden heeft gehad, te weten:
- een revolver welke zich bevond in een kluis in de hal van een kantoorpand op de locatie [adres 1] te [plaats 2]
en
- een revolver welke zich bevond in een bureaulade in het kantoor (2) op de locatie [adres 1] te [plaats 2]
en
- een pistool welke zich bevond in een auto aan of nabij de [adres 2] te [plaats 2]
en
munitie van categorie III, voorhanden heeft gehad, te weten:
- 5 kogelpatronen in een kluis in de hal van een kantoorpand op de locatie [adres 1] te [plaats 2]
en
- 42 kogelpatronen in een bureaulade in het kantoor (2) op de locatie [adres 1] te [plaats 2] ;
en
- 113 kogelpatronen in een plastic tas in het kantoor (2) op de locatie [adres 1] te [plaats 2] ;
en
- 35 kogelpatronen in een zwart etui in het kantoor (2) op de locatie [adres 1] te [plaats 2] ;
en
- 4 kogelpatronen (in een pistool) in een auto ( [kenteken] )
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, meermalen opzettelijk begaan.
2. Medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
4.
ten aanzien van de vuurwapens
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
en
ten aanzien van de munitie:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot categorie III.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het over hem opgemaakte voorlichtingsrapport, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het binnen het grondgebied van Nederland brengen, het opslaan van en het voorhanden hebben van een aanzienlijke hoeveelheid illegaal vuurwerk. Daarnaast heeft hij in de inrichting aan de [weg 2] er niet voor zorggedragen dat in deze bewaarplaats de benodigde voorschriften met betrekking tot de veiligheid in acht werden genomen.
Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren. Dat geldt zeker voor illegaal vuurwerk, dat vaak een zwaardere of explosievere lading bevat dan het vuurwerk dat in Nederland aan consumenten verkocht mag worden. Ook het opslaan van vuurwerk buiten speciaal daarvoor bestemde inrichtingen brengt aanzienlijke risico’s mee, vooral als het gaat om grotere hoeveelheden. De opslag aan de [weg 2] bevond zich op nog geen 100 meter afstand van een bedrijventerrein, waar ook chemische bedrijven gevestigd zijn.
Onder het aangetroffen vuurwerk bevond zich ook vuurwerk van de gevarenklasse 1.1.G (massa-explosief).
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij het illegaal vuurwerk in Nederland heeft ingevoerd en voorhanden heeft gehad zonder zich rekenschap te geven van het gevaarzettende karakter daarvan.
Gelet op de gang van zaken, zoals die uit de stukken blijkt, kan genoegzaam worden aangenomen dat geldelijk gewin het belangrijkste motief van verdachte is geweest. De hierboven geschetste gevaren heeft hij daarbij kennelijk op de koop toe genomen.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte met betrekking tot het illegale vuurwerk dient te worden bestraft met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden.
Daarnaast is er een aantal doorgeladen revolvers en een grote hoeveelheid munitie aangetroffen op diverse plaatsen in het kantorenpand van verdachte. Tevens had verdachte een schietklaar pistool in zijn auto liggen.
Het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie is volstrekt onaanvaardbaar omdat de algemene veiligheid van personen ernstig in gevaar kan worden gebracht, in het bijzonder omdat er altijd een kans is dat een wapen daadwerkelijk gebruikt zal worden. Ook in de onderhavige zaak is sprake van dit gevaar omdat het wapen voor onmiddellijk gebruik gereed was. Er dient dan ook streng te worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens en munitie.
Dit onderdeel van de bewezenverklaring rechtvaardigt op zich ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
De rechtbank is, alle feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, van oordeel dat na te noemen gevangenisstraf passend is.
Tevens acht de rechtbank de oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden, teneinde aan verdachte een duidelijke waarschuwing voor de toekomst mee te geven.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57 van het Wetboek van Strafrecht, artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit, artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer, de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 1a, 2, 6 van de Wet op de economische delicten, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de eventuele uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. F.J. Agema en mr. J.Y.B. Jansen, rechters, bijgestaan door A. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 december 2015.