In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 25 april 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een bedrijf dat zich bezighoudt met de verwerking van dierlijke bijproducten, en het college van burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe. De rechtbank beoordeelt de rechtmatigheid van een door verweerder opgelegde last onder dwangsom wegens overtreding van voorschrift 8.1.1 van de milieuvergunning. Eiseres had eerder een last onder dwangsom gekregen, maar deze had niet geleid tot naleving van de voorschriften. De rechtbank oordeelt dat de nieuwe dwangsom van € 10.000,- per overtreding en de maximale dwangsom van € 60.000,- niet disproportioneel zijn en dat handhaving op het geurvoorschrift niet onevenredig is. Eiseres had betoogd dat de openstaande deuren geen overlast veroorzaakten, maar de rechtbank oordeelt dat handhaving noodzakelijk is om diffuse emissies te voorkomen. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en bevestigt de rechtmatigheid van de opgelegde dwangsom.