ECLI:NL:RBNNE:2016:3914
Rechtbank Noord-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en schending hoorplicht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 18 augustus 2016 uitspraak gedaan over een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) die aan eiser was opgelegd. De naheffingsaanslag, gedateerd op 18 februari 2016, betrof een bedrag van € 425 voor het tijdvak van 30 mei 2014 tot en met 29 mei 2015. De belastingdienst had de aanslag opgelegd omdat eiser gebruik had gemaakt van handelaarskentekenplaten voor een auto die tot zijn handelsvoorraad behoorde. Eiser had de auto voor een langere proefrit meegegeven aan een potentiële koper, nadat deze eerder met pech was komen te staan tijdens een kortere proefrit. De rechtbank oordeelde dat het gebruik van de handelaarskentekenplaten rechtmatig was, aangezien dit gebeurde in het kader van de verkoop van de auto.
De rechtbank stelde vast dat eiser ten onrechte niet was gehoord in de bezwaarfase, wat een schending van de hoorplicht betekende. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar, de naheffingsaanslag en de boetebeschikking, en droeg de belastingdienst op het betaalde griffierecht van € 46 aan eiser te vergoeden. Tevens werd de belastingdienst veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 19. De rechtbank besloot zelf in de zaak te voorzien, omdat beide partijen ter zitting hadden aangegeven dat er geen geschil meer bestond over de feiten.
De uitspraak benadrukt het belang van de hoorplicht in bestuursrechtelijke procedures en bevestigt dat het gebruik van handelaarskentekenplaten onder bepaalde voorwaarden rechtmatig kan zijn. De rechtbank volgde in haar oordeel eerdere jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin soortgelijke situaties waren behandeld.