ECLI:NL:RBNNE:2016:4397

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 oktober 2016
Publicatiedatum
3 oktober 2016
Zaaknummer
166382 HA RK 16-91
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Sluiting van een voorlopig getuigenverhoor in auteursrechtelijke kwestie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 3 oktober 2016 een beschikking gegeven met betrekking tot de sluiting van een eerder bevolen voorlopig getuigenverhoor. Dit getuigenverhoor was bevolen op 17 juni 2016 in het kader van een geschil over een vermeende inbreuk op het auteursrecht en de eer en goede naam van de cliënt van mr. Y. Moszkowicz, die betrokken was bij de televisieserie 'De Maatschap'. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 23 september 2016 de serie is uitgezonden tijdens het Nederlands Filmfestival, en dat de betrokken partijen, waaronder de cliënt van Moszkowicz, aanwezig waren bij deze uitzending.

Mr. M. Teunissen, de advocaat van de verweerders, heeft verzocht het getuigenverhoor te sluiten, omdat er volgens hem geen belang meer zou zijn bij het horen van getuigen, nu de serie integraal was bekeken. Mr. Moszkowicz heeft dit verzoek bestreden en betoogd dat er nog steeds belang bestaat bij het horen van getuigen over specifieke scènes en de totstandkoming daarvan, aangezien zijn cliënt geen afschrift van de serie heeft.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen voldoende belang meer is bij het horen van de nog niet gehoorde getuigen, nu de essentie van het geschil, namelijk de wijze waarop de cliënt van Moszkowicz in de serie wordt geportretteerd, inmiddels bekend is. De rechtbank heeft daarom besloten het voorlopig getuigenverhoor te sluiten, waarmee het verzoek van mr. Teunissen is ingewilligd.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
zaaknummer / rekestnummer: C/18/166382 / HA RK 16-91
Beschikking van 3 oktober 2016
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [plaats] ,
verzoeker,
advocaat mr. Y. Moszkowicz, die kantoor houdt in Utrecht,
tegen

1.[verweerster sub 1] ,

wonende te [plaats] ,
2.
[verweerder sub 2],
wonende te [plaats] ,
3. vennootschap onder firma
RAAF,
gevestigd te [plaats] ,
verweerders,
advocaat mr. M. Teunissen, die kantoor houdt in Amsterdam.

1.De procedure

Bij beschikking van 17 juni 2016 heeft de rechtbank een voorlopig getuigenverhoor bevolen van de in die beschikking genoemde personen.
Op 23 en 30 september 2016 zijn getuigen voorgebracht. Thans zijn nog niet alle in de beschikking genoemde personen door de rechtbank als getuige gehoord.
Op 26 september 2016 zijn ter griffie brieven ingekomen van de advocaten van partijen. In haar brief verzoekt mr. Teunissen, op grond van de in die brief genoemde feiten en omstandigheden, het getuigenverhoor te sluiten. Mr. Moszkowicz heeft in zijn brief dat verzoek bestreden.
Tijdens het getuigenverhoor dat is afgenomen op 30 september 2016, zijn het verzoek en het daartegen gerichte verweer aan de orde gekomen en is aangekondigd dat de rechtbank daarop bij beschikking zal beslissen.

2.Het geschil en de beoordeling daarvan

Mr. Teunissen heeft de rechtbank verzocht, samengevat weergegeven, het voorlopig getuigenverhoor te sluiten, op grond van een wijziging van omstandigheden die met zich brengt dat geen belang meer rest bij het horen van de nog niet als getuige gehoorde personen. Het verhoor strekt ertoe, aldus mr. Teunissen, door het horen van getuigen vast te stellen dat een door mr. Moskowicz gestelde inbreuk op het auteursrecht en de eer en goede naam van zijn cliënt plaatsvindt met het uitzenden van de televisieserie "De Maatschap". Mr. Teunissen stelt dat op 23 september 2016 uitzending van de televisieserie heeft plaatsgevonden, tijdens het Nederlands Filmfestival en dat mr. Moszkovicz en zijn cliënt zijn uitgenodigd de serie daar te bekijken en dat van deze uitnodiging gebruik is gemaakt.
Mr. Moszkowicz heeft het verzoek tot het sluiten van het getuigenverhoor bestreden. Daartoe heeft hij aangevoerd, samengevat weergegeven, dat weliswaar integraal kennis is genomen van de televisieserie, maar dat belang blijft bestaan bij het horen van getuigen.
Mr. Moszkovicz stelt dat hij getuigen wil bevragen over de inhoud van de indrukmakende scenes en de totstandkoming daarvan. Daartoe wil hij vragen kunnen stellen over de inhoud van de serie, omdat zijn cliënt niet beschikt over een afschrift van de serie.
De rechtbank is van oordeel dat een voldoende belang in de zin van art. 3:303 BW bij het horen van de nog niet voorgebrachte personen als getuige, niet meer kan worden aangenomen. Daarvoor is redengevend dat inmiddels "integraal kennis is genomen van de televisieserie", zoals mr. Moszkowicz het zelf verwoordt. Het verzoek tot het bevelen van een voorlopig getuigenverhoor en de op dat verzoek gebaseerde beschikking, is gegrond op de omstandigheid dat mr. Moszkowicz door het horen van getuigen duidelijkheid wilde krijgen over de wijze waarop zijn cliënt in de televisieserie wordt geportretteerd, terwijl hij niet anders dan hoor het horen van getuigen daarop zicht kon krijgen. Die omstandigheid doet zich inmiddels niet meer voor.
Een en ander betekent dat het getuigenverhoor zal worden gesloten.

3.De beslissing

De rechtbank
- sluit het op het 17 juni 2016 bevolen voorlopig getuigenverhoor.
Deze beschikking is gegeven door de mrs. B.R. Tromp, M.A.B. Faber-Siermann en S. Dijkstra en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2016.