RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Privaatrecht
zaak\rolnummers: 5405245 AR VERZ 16-203, 5475660 AR VERZ 16-235,
5407847 AR VERZ 16-206, 5475587 AR VERZ 16-234.
beschikking van de kantonrechter d.d. 21 februari 2017
[naam] ,
wonende te [woonplaats] , aan de [adres] ,
verzoekster in conventie, tevens verweerster in voorwaardelijke reconventie, hierna te noemen [A] ,
gemachtigde mr. M.G.J. Smit, advocaat te Rotterdam,
de
Stichting Zorggroep Groningen,
gevestigd te 9728 PG Groningen, aan de Schaaksport 100-102,
verweerster in conventie, tevens verzoekster in voorwaardelijke reconventie, hierna te noemen ZGG,
gemachtigde mr. G.W. Brouwer, advocaat te Groningen.
[A] heeft bij verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ontvangen op 30 september 2016, verzocht om bij beschikking:
het door ZGG op 5 augustus 2016 gegeven ontslag te vernietigen, en om haar, [A] , toe te laten de bedongen werkzaamheden te verrichten op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom per dag, voor elke dag of een gedeelte daarvan dat ZGG in gebreke blijft aan de beschikking te voldoen;
ZGG te veroordelen met terugwerkende kracht vanaf 2 mei 2016 aan haar te betalen het overeengekomen salaris van € 1.624,76 bruto per maand, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en met de wettelijke rente vanaf iedere datum van verschuldigdheid;
met veroordeling van ZGG in de kosten van de procedure;
subsidiair
- ZGG te veroordelen:
tot betaling van een billijke vergoeding conform artikel 7: 681 BW door de kantonrechter in goede justitie te bepalen;
tot betaling van een bedrag gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de periode 2 mei 2016 tot aan het moment dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren, dan wel van rechtswege zou zijn geëindigd conform artikel 7:677 lid 2 BW;
tot betaling van een transitievergoeding ex artikel 7:673 jo 7:674 BW;
om aan haar schriftelijk en deugdelijk netto/bruto specificaties te verstrekken, waarin de bedragen en betalingen van sub a en b zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 100,00 per dag, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom per dag, met een maximum van € 10.000,00 voor elke dag na 2 dagen na de datum van de beschikking dat ZGG niet voldoet aan de beschikking;
voor recht te verklaren dat het concurrentie- en relatiebeding komt te vervallen;
betaling van de buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel WIK;
betaling van de wettelijke rente over de onder a, b, c, d en g genoemde bedragen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag der algehele voldoening;
met veroordeling van ZGG in de kosten van de procedure.
ZGG heeft een verweerschrift strekkende tot afwijzing van het verzoek ingediend dat op 28 oktober 2016 ter griffie is binnengekomen. Blijkens het voorwaardelijk tegenverzoek, voor het geval, de kantonrechter het ontslag op staande voet vernietigt, heeft ZGG de volgende verzoeken geformuleerd:
de alsdan tussen partijen herleefde arbeidsovereenkomst te ontbinden op één van de daarvoor aangevoerde redelijke gronden;
bij het bepalen van de einddatum geen rekening te houden met de opzegtermijn en de arbeidsovereenkomst dadelijk te ontbinden nu de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [A] ;
te bepalen dat [A] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten en dientengevolge geen recht heeft op een transitievergoeding;
[A] te veroordelen in de kosten van de procedure in reconventie.
[A] heeft een verweerschrift met bijlagen in reconventie ingediend dat op 4 november 2016 de griffie heeft bereikt.
Om administratie redenen heeft de kantonrechter, met gebruikmaking van artikel 7:686a lid 10 BW, de zaken gesplitst, waarbij:
- de zaak met zaak/rolnummer 5405245 AR VERZ 16-203 ziet op het verzoek om de opzegging te vernietigen
- de zaak met zaak/rolnummer 5475660 AR VERZ 16-235 ziet op het verzoek tot betaling van loon en wedertewerkstelling;
- de zaak met zaak/rolnummer 5407847 AR VERZ 16-206 ziet op het subsidiaire verzoek tot loonbetaling en tot betaling van een billijke vergoeding en een transitievergoeding en vernietiging van het concurrentiebeding;
- de zaak met zaak/rolnummer 5475587 AR VERZ 16-234 ziet op het voorwaardelijk tegenverzoek;
Op 9 november 2016 heeft een eerste zitting plaatsgehad. Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Tijdens de zitting hebben partijen te kennen gegeven dat zij de verdere behandeling wensten aan te houden, aangezien zij (op hoofdlijnen) een minnelijke schikking hadden bereikt. Een en ander heeft echter niet geresulteerd in een definitieve vaststellingsovereenkomst, waarna partijen hebben verzocht de mondelinge behandeling voort te zetten. Deze heeft in aanwezigheid van partijen – ZGG deugdelijk vertegenwoordigd – en hun gemachtigden plaatsgevonden op 24 januari 2017. De gemachtigden hebben de standpunten van partijen nader toegelicht aan de hand van pleitnotities.