Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 augustus 2017 in de zaak tussen
Procesverloop
29 februari 2016 om openbaarmaking van een gespreksverslag van 25 augustus 2014 (het gespreksverslag) op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (de Wob) afgewezen.
Overwegingen
16 september 2016 middels bestreden besluit 2 van 11 januari 2017 gedeeltelijk heeft gewijzigd. Die wijziging houdt in dat verweerder eisers bezwaar alsnog gegrond heeft verklaard voor zover dat bezwaar was gericht tegen verweerders weigering om op eisers verzoek om opheffing van de geheimhouding van het gespreksverslag te beslissen en dat verweerder alsnog heeft besloten die geheimhouding niet op te heffen. Verweerder heeft in dit kader aangevoerd dat hij in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de AbRS) van 23 november 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:3140) aanleiding heeft gezien om bestreden besluit 1 te wijzigen.
16 september 2016 ten onrechte geen besluit heeft genomen over (de vraag of eiser belanghebbende was bij) eisers verzoek om opheffing van de geheimhouding. Dat de AbRS de uitspraak van 23 november 2016 pas nadien heeft gedaan, doet aan dat gebrek niet af. Het beroep is om die reden terecht ingesteld tegen bestreden besluit 1. Bestreden besluit 1 zal om die reden deels worden vernietigd.
Beslissing
mr. R.A. Schaapsmeerders, griffier.