ECLI:NL:RBNNE:2017:5101
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter wegens weigering aangifte te doen van een misdrijf
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 31 oktober 2017 een verzoek tot wraking van mr. H.J. Idzenga afgewezen. Het verzoek werd ingediend door een verzoeker die tijdens een mondelinge behandeling op 5 september 2017 mr. Idzenga had gewraakt, omdat deze weigerde aangifte te doen van een misdrijf dat de verzoeker aan hem had voorgelegd. De verzoeker stelde dat deze weigering een aanwijzing was voor de partijdigheid van de rechter.
De rechtbank heeft het procesverloop en de argumenten van beide partijen zorgvuldig beoordeeld. Mr. Idzenga had in een brief en een e-mail zijn standpunt toegelicht en aangegeven dat de feiten die door de verzoeker waren aangevoerd, geen twijfel aan zijn onpartijdigheid rechtvaardigden. De rechtbank oordeelde dat een rechter niet verplicht is om aangifte te doen van elk feit dat hem wordt voorgelegd en dat de door de verzoeker aangegeven verdenking niet onder de reikwijdte van de verplichte aangifte viel.
De rechtbank concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakten. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en de hoofdzaak werd voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de betrokken partijen werden op de hoogte gesteld van de uitkomst.