Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 oktober 2017;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van 6 december 2017;
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie van 1 februari 2018;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie van 14 maart 2018.
2.De feiten
3.Het geschil
€ 18.275,00 vermeerderd met rente en kosten. Daartoe stelt de man, samengevat weergegeven, dat hij ter uitvoering van of op grond van de overeengekomen partnerschapsvoorwaarden een lening heeft verstrekt aan de vrouw, een auto aan haar beschikbaar heeft gesteld en hij recht heeft op een vergoeding vanwege hetgeen hij in de gemeenschap meer heeft ingebracht dan de vrouw.