ECLI:NL:RBNNE:2018:2478
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen ambtshalve beslissing inzake teruggaaf omzetbelasting
Op 28 juni 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door [naam], beroep aantekende tegen de afwijzing van de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Emmen van zijn verzoeken om teruggaaf van omzetbelasting. De afwijzing vond plaats op 13 september 2017 en betrof negatieve suppleties over de jaren 2012 en 2013. Eiser had in het kader van het griffierecht een beroep gedaan op betalingsonmacht, wat door de rechtbank werd gehonoreerd. Tijdens de zitting op 28 juni 2018 was eiser echter niet verschenen, ondanks dat hij correct was uitgenodigd en op de hoogte was van de zittingsdatum.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur op grond van artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) een ambtshalve beslissing heeft genomen, die als een besluit in de zin van artikel 26 van de AWR moet worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat zij bevoegd was om te oordelen over het beroep, maar dat er geen mogelijkheid was voor eiser om in beroep te gaan tegen de afwijzing van de inspecteur, aangezien het gesloten stelsel van rechtsmiddelen in de belastingwet dit niet toestaat. Daarom verklaarde de rechtbank de beroepen niet-ontvankelijk.
De uitspraak werd gedaan door mr. A. Heidekamp, in aanwezigheid van griffier mr. M.J. Tijnagel. De rechtbank wees partijen op de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De beslissing werd op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken, met een verwijzing naar de rechtsmiddelen.