ECLI:NL:RBNNE:2018:2731
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een horecagelegenheid op basis van de Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 12 juli 2018 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in verband met de sluiting van het café Prins, gelegen in Kollumerzwaag. De burgemeester van de gemeente Kollumerland had op 6 juni 2018 besloten het café voor een periode van zes maanden te sluiten op grond van artikel 13b van de Opiumwet, vanwege herhaaldelijk drugsgebruik en -verkoop in het café. Verzoekster, de eigenaar van het café, maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om handhavend op te treden op basis van de informatie uit bestuurlijke rapportages van de politie, waarin werd aangegeven dat er drugs werden verkocht en gebruikt in het café. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester niet eerst een waarschuwing hoefde te geven voordat tot sluiting werd overgegaan, gezien het zero tolerance beleid voor harddrugs. De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangen van de volksgezondheid en de openbare orde zwaarder wogen dan de belangen van verzoekster, en dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen.
De uitspraak benadrukt de bevoegdheid van de burgemeester om bestuursdwang toe te passen bij overtredingen van de Opiumwet en de noodzaak om de openbare orde en gezondheid te beschermen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, waardoor de sluiting van het café in stand bleef.