Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[Gedaagde sub1],
1.De procedure
- de dagvaarding;
- het aan [gedaagde] uitgebrachte herstelexploot;
- het tegen Arcus Groep verleende verstek;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
aandeelhouder van Arcus Groep B.V." ondertekend document d.d. 23 december 2005 is de volgende overeenkomst vastgelegd (hierna te noemen: Lening A):
- Partijen komen overeen dat de aandeelhouder van Arcus Groep BV genaamd: Dhr. [voorletter] [gedaagde] € 18.000,00 leent van [woldering united BV] tegen een rente van 4%, vanaf 23-12-2005.
- Aflossing(en) zijn (nog) niet overeengekomen.
- Genoemd bedrag is 23-12-2005 per bank overgemaakt naar Arcus Groep B.V. te Groningen.
a) Geldnemer jegens Geldgever in gebreke is met de nakoming van enige verplichting uit hoofde van deze Overeenkomst of de daaruit voortvloeiende overeenkomsten, ongeacht of het gaat om niet, niet-tijdig of niet volledig voldoen aan deze verplichting, en de betreffende niet nakoming niet binnen dertig (30) dagen na verzending van een schriftelijke mededeling van Geldgever aan Geldnemer hieromtrent door Geldnemer is hersteld;
in verband met het bepaalde in artikel 6 letter c" mede voor zichzelf ondertekend.
a) Geldnemer jegens Geldgever in gebreke is met de nakoming van enige verplichting uit hoofde van deze Overeenkomst of de daaruit voortvloeiende overeenkomsten, ongeacht of het gaat om niet, niet-tijdig of niet volledig voldoen aan deze verplichting, en de betreffende niet nakoming niet binnen dertig (30) dagen na verzending van een schriftelijke mededeling van Geldgever aan Geldnemer hieromtrent door Geldnemer is hersteld;
in verband met het bepaalde in artikel 6 letter c" mede voor zichzelf ondertekend.
3.De vordering
4.Het geschil en de beoordeling daarvan
hoofdelijk en persoonlijk mede aansprakelijk"), maar op de vraag of iemand zich heeft verbonden de schuld van een ander te voldoen en hij zich bij de schuldeiser heeft aangediend als iemand wie deze schuld zelf niet aangaat. Dat is hier naar het oordeel van de rechtbank het geval. Voor wat betreft Lening B geldt dat niet [gedaagde] , maar Arcus Groep financiering voor de aandelentransacties nodig had. Met betrekking tot Lening C geldt dat niet [gedaagde] , maar [Woldering Porselijn B.V.] behoefte had aan omzetting van de bestaande rekeningcourantschuld in een geldlening. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] zich jegens [eiser] heeft voorgedaan als iemand die intern - dat wil zeggen in de onderlinge groepsverhouding tussen hemzelf, Arcus Groep en de twee overgenomen vennootschappen - draagplichtig is. Gelet hierop moet het ervoor worden gehouden dat aan de aansprakelijkstellingen door [gedaagde] ter zake van Lening B en Lening C enkel ten grondslag heeft gelegen om extra zekerheid te krijgen voor het geval Arcus Groep respectievelijk [Woldering Porselijn B.V.] hun verplichtingen jegens [eiser] niet zouden nakomen. Gelet op het voorgaande luidt het oordeel van de rechtbank dat er sprake is van borgtochten.
voor al hetgeen Geldnemer [Arcus Groep c.q. [Woldering Porselijn B.V.] ] uit hoofde van deze overeenkomst is verschuldigd aan Geldgever [ [eiser] ]". Hiermee wordt, zoals [eiser] ook heeft gesteld en [gedaagde] niet heeft betwist, de schuld bedoeld zoals nader gedefinieerd in de onderhandse akten, namelijk de hoofdsommen van de leningen met de renten en kosten. Die hoofdsommen zijn onmiskenbaar in de onderhandse akten opgenomen, namelijk een bedrag van € 661.317,00 voor Lening B en een bedrag van € 295.912,00 voor Lening C. Nu de omvang van de hoofdsommen van de leningen op het moment van het aangaan van de borgtochten onmiskenbaar in de akten waren vastgelegd, is de rechtbank van oordeel dat de verbintenis van [gedaagde] strekt tot voldoening van een bepaald bedrag, namelijk € 661.317,00 voor Lening B en een bedrag van € 295.912,00 voor Lening C en dat dit voor [gedaagde] bij het aangaan van de borgtochten ook kenbaar vaststond. Op grond van lid 2 van artikel 7:858 BW geldt voorts dat voor de verschuldigde rente, in dit geval een rentevergoeding gelijk aan de (gewone) wettelijke rente, en voor de kosten geen maximumbedrag hoeft te zijn overeengekomen. Gelet op het voorgaande luidt het oordeel van de rechtbank dat de borgtochten geldig zijn.
de aandeelhouder van Arcus Groep BV genaamd: Dhr. [voorletter] [gedaagde]". [gedaagde] heeft die overeenkomst ook in die hoedanigheid ondertekend. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, vermag de rechtbank dan ook niet in te zien dat [gedaagde] deze overeenkomst namens Arcus Groep zou zijn aangegaan. Een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid wordt immers niet vertegenwoordigd door haar aandeelhouder, maar door haar bestuurder.
€ 1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)