ECLI:NL:RBNNE:2018:4096
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen definitieve aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2016
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 23 oktober 2018 uitspraak gedaan in een beroep tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2016. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, omdat de algemene heffingskorting bij de definitieve aanslag hoger was vastgesteld dan bij de voorlopige aanslag. Het verschil van € 12,- was echter lager dan de aanslaggrens van € 14,-, waardoor de belastingplichtige geen terugbetaling ontving. De inspecteur van de Belastingdienst heeft echter alsnog het bedrag van € 12,- terugbetaald, waardoor het beroep wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk werd verklaard.
De rechtbank heeft in haar uitspraak benadrukt dat zij niet de bevoegdheid heeft om de uitspraak algemeen verbindend te verklaren, zoals door eiseres was verzocht. Dit verzoek was gedaan omdat er naar haar mening veel andere belastingplichtigen in een vergelijkbare situatie verkeerden. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat een uitspraak alleen geldt tussen de betrokken partijen.
De rechtbank heeft de inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 46,- aan eiseres te vergoeden en heeft verweerder in de proceskosten van eiseres veroordeeld tot een bedrag van € 11,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.