ECLI:NL:RBNNE:2018:4192
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van bedreiging en wapenbezit na onvoldoende bewijs
Op 19 oktober 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van bedreiging en wapenbezit. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlasteleggingen, omdat er onvoldoende wettig bewijs was om tot een bewezenverklaring te komen. De zaak betrof een incident waarbij de verdachte de aangever, [slachtoffer], zou hebben bedreigd met de woorden "de mensen die hebben gepraat die sla ik hun schedel kapot" en "ik ga langs je huis". De rechtbank oordeelde dat naast de aangifte er geen ander bewijs was dat de bedreiging kon onderbouwen.
Daarnaast was de verdachte ook aangeklaagd voor het voorhanden hebben van wapens. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van het voorhanden hebben van een pistool en een veerdrukpistool. Echter, de rechtbank concludeerde dat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van deze wapens. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van getuigen en de omstandigheden in het dossier niet voldoende waren om de verdachte te veroordelen.
De rechtbank heeft de verdachte daarom vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, zowel onder parketnummer 18/830156-18 als onder parketnummer 18/830009-18. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren, en is openbaar uitgesproken op de zitting.