ECLI:NL:RBNNE:2018:4438
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de gehele afdeling bestuursrecht door verzoekster
Op 18 oktober 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. De verzoekster, wonende te [woonplaats], heeft op 3 september 2018 een verzoek tot wraking ingediend van de gehele Afdeling bestuursrechtspraak van de rechtbank. Dit verzoek is op 11 oktober 2018 ter zitting behandeld door de meervoudige wrakingskamer, bestaande uit mr. M.A.B. Faber-Siermann als voorzitter en mrs. J.E. Wichers en S. Zwarts als leden. Tijdens de zitting is de verzoekster verschenen en heeft zij haar standpunt toegelicht.
De rechtbank heeft in haar beoordeling de relevante wetgeving, met name artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in acht genomen. Dit artikel stelt dat een partij elk van de rechters die een zaak behandelt kan wraken op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleveren.
In dit geval heeft de verzoekster de gehele Afdeling bestuursrecht gewraakt, maar de rechtbank oordeelt dat een wrakingsgrond moet liggen in feiten of omstandigheden die de persoon van de rechter betreffen. Een algemeen gebrek aan onafhankelijkheid van de gehele afdeling is geen grond voor wraking. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde dag door de voorzitter en de leden van de wrakingskamer.