ECLI:NL:RBNNE:2018:4856
Rechtbank Noord-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslagen vennootschapsbelasting en belastingrente 2015 en 2016
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 13 december 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belastingplichtige en de inspecteur van de Belastingdienst over aanslagen vennootschapsbelasting voor de jaren 2015 en 2016. De belastingplichtige, vertegenwoordigd door haar directeur en gemachtigde, had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen die waren opgelegd op basis van een belastbaar bedrag van respectievelijk € 25.424 en € 30.861. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belastingplichtige in 2015 nog niet verrekende ondernemingsverliezen had van € 246.016, maar dat deze verliezen niet onbeperkt verrekenbaar waren volgens de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 zoals deze in 2005 luidde. De rechtbank oordeelde dat de belastingplichtige niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op de tekst van de wet en de verliesvaststellingsbeschikking, en dat de wetgever met de wetswijziging eenzijdig was teruggekomen op het recht om verliezen onbeperkt voorwaarts te verrekenen. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en besliste dat het griffierecht in de zaak LEE 18/1412 moest worden gerestitueerd. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.