4.2.op de voet van artikel 3:185 BW, de verdeling van de gemeenschap van nalatenschap tussen partijen te gelasten, aldus dat partijen de verdeling tot stand brengen ten overstaan van een door de rechtbank aan te wijzen notaris en waarbij wordt toebedeeld als volgt:
I.
ingeval de rechtbank, conform petitum sub 1a, voor recht verklaart dat Zijldijk niet is verpacht én [gedaagde 1] zich staande onderhavige gerechtelijke procedure, alsnog uitspreekt voor voortzetting van het bedrijf van de ontbonden maatschap en overneming van Uithuizermeeden:
aan [gedaagde 1]: Uithuizermeeden (opstallen en landerijen) alsmede de vier hectare naar de waarde in verpachte staat, onder de last respectievelijk met het recht tot betaling of ontvangst van een bedrag in contanten, wegens overbedeling respectievelijk onderbedeling, alles zoals nader in de akte van verdeling door partijen zal worden overeengekomen of bij gebreke van overeenstemming door de notaris zal worden bepaald;
aan [gedaagde 1] c.s., [eiser 1] en [eiser 3]: ieder het een/vierde gedeelte onverdeeld van de landerijen en agrarische opstallen van Zijldijk, onverpacht en naar de waarde in onverpachte staat, onder de last respectievelijk met het recht tot betaling of ontvangst van een bedrag in contanten, wegens overbedeling respectievelijk onderbedeling, alles zoals nader in de akte van verdeling door partijen zal worden overeengekomen of bij gebreke van overeenstemming door de notaris zal worden bepaald;
aan [eiser 2]: ten laste van [gedaagde 1] c.s. en/of [eiser 1] en [eiser 3] : een bedrag in contanten, overeenkomend met haar een/vijfde aandeel in de waarde van Uithuizermeeden en Zijldijk;
II.
ingeval de rechtbank oordeelt dat Zijldijk wel is verpacht én [gedaagde 1] zich staande onderhavige gerechtelijke procedure, alsnog uitspreekt voor voortzetting van het bedrijf van de ontbonden maatschap en overneming van Uithuizermeeden en Zijldijk:
aan [gedaagde 1]: Uithuizermeeden inclusief de vier hectare naar de waarde in verpachte staat en Zijldijk primair naar de waarde in onverpachte staat en subsidiair naar de waarde in verpachte staat, onder de last van uitkering aan ieder van de andere deelgenoten wegens overbedeling een bedrag in contanten, zoals nader in de akte van verdeling door partijen zal worden overeengekomen of bij gebreke van overeenstemming door de notaris zal worden bepaald;
aan ieder van de andere deelgenoten, te weten [gedaagde 2] en eisers: een uitkering in contanten overeenkomend met hun een/vijfde aandeel in de waarde van Uithuizermeeden en Zijldijk:
III. althans, [eiser 1] c.s. vordert dat ex artikel 3:185 lid 1 [BW, opm. rechtbank] de rechtbank in goede justitie de wijze van verdeling gelast, althans de verdeling vaststelt, een en ander met inachtname van al hetgeen [eiser 1] c.s. heeft gesteld;
5. [gedaagde 1] te veroordelen, om binnen 4 weken na het in deze te wijzen vonnis, onder overlegging van justificatoire bescheiden, rekening en verantwoording af te leggen over de bedrijfsvoering van eerder bedoeld landbouwbedrijf en het vermogen van de maatschap, dit vanaf [datum 2] tot de dag van de rekening en verantwoording, en daarbij meer specifiek, over te leggen:
a. jaarrekeningen en exploitatieoverzichten over de jaren 2011, 2012, 2013, 2014, 2015 en over alle volgende jaren tot de dag van verdeling;
b. zijn aangiften en de aan hem opgelegde aanslagen Inkomstenbelasting over de jaren 2011, 2012, 2013, 2014, 2015 en over alle volgende jaren tot de dag van verdeling;
c. bankafschriften van bankrekeningen ten name van de maatschap en/of ten name van [gedaagde 1] over de jaren 2011, 2012, 2013, 2014, 2015 en over alle volgende jaren tot de dag van verdeling;
met veroordeling van [gedaagde 1] tot betaling van een dwangsom ad € 35.000,--, dit voor elke overtreding en elke dag dat hij na betekening van het in deze te wijzen vonnis, nalatig blijft om tijdig, binnen voornoemde termijnen, te voldoen aan het hiervoor onder 5a tot en met c gevorderde en;
voor het geval [gedaagde 1] binnen 30 dagen na de betekening van het in deze te wijzen vonnis niet voldaan heeft aan het hiervoor onder 5.a tot en met c gevorderde, een deskundige te benoemen ter bepaling van de resultaten van de bedrijfsvoering van het landbouwbedrijf en het vermogen van de maatschap, dit vanaf [datum 2] tot de dag van de verdeling met bepaling dat de kosten van de werkzaamheden van deze deskundige zullen worden geleden ten laste van [gedaagde 1] ;
6. een deskundige te benoemen die de opdracht krijgt om aan de hand van de onder 5. gevorderde stukken alsmede de onder 5. gevorderde rekening en verantwoording vast te stellen:
a. het aan de nalatenschap van erflaatster toekomende winstdeel over de periode vanaf [datum 2] tot aan 17 september 2017;
b. de pachtvergoeding die nog aan de nalatenschap van erflaatster is verschuldigd krachtens de pachtovereenkomsten Uithuizermeeden en de 04.05.25 hectare;
een en ander met bepaling dat de aldus aan de nalatenschap verschuldigde bedragen dienen te worden betrokken in de verdeling van de nalatenschap;
7. subsidiair, indien en voor zover de rechtbank oordeelt dat Zijldijk is verpacht, vordert [eiser 1] c.s.:
a. een verklaring voor recht dat terzake Zijldijk door het bedrijf der maatschap aan de nalatenschap een pachtvergoeding is verschuldigd ingaande per 22 december 2008 tot aan het moment van verdeling;
b. met bepaling van deze pachtvergoeding op € 815,63 per hectare per jaar, derhalve in totaal € 47.661 ,-- op jaarbasis, althans op een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag per jaar en;
c. met bepaling dat de aldus aan de nalatenschap van moeder verschuldigde bedragen dienen te worden betrokken in de verdeling van de nalatenschap;
8. [gedaagde 2] te veroordelen om te gehengen en te gedogen én alle noodzakelijke medewerking te verlenen aan al het voorgaande;
met veroordeling van [gedaagde 1] c.s. in de kosten van het geding.