A: Ze hebben mij onder de knie gezet. Ze hebben tegen mij gezegd dat als ik dit of dat niet doe, ze mijn botten breken. Ze weten waar mijn familie en kinderen wonen.
V: Tegen wie wil je aangifte doen?
A: Ik wil aangifte doen tegen [verdachte] , ik weet de achternaam niet precies. Iets van [verdachte] ofzo. Ik wil ook aangifte doen tegen [medeverdachte 1] .
V: Waarom wil je aangifte doen?
A: Ik heb een stapel met schulden die op mijn naam staan, maar het zijn hun schulden. Ik heb hun kosten betaald. Zij hebben altijd gezegd we betalen alles. Ik heb het hun uit goede naam gegeven. Zij hebben achter mijn rug ook verzekeringen voor auto’s afgesloten. Als eentje niet betaald werd en dan werd vervolgens de verzekering afgesloten werd, sloten zij een nieuwe verzekering af op mijn naam. Ik ben ook weleens geslagen. Ik ben bang voor hem, voor [medeverdachte 1] . Hij is een agressief persoon. Als ik iets verkeerd doe, dan wordt hij best wel fel in een keer. Ik moet wel uitkijken. Als ik mijn telefoon bijvoorbeeld niet opneem, dan wordt hij ook boos. Hij is best wel slim, hij weet zo op je in te praten dat je dingen voor hem doet.
V: Wanneer is dit allemaal begonnen?
A: In juli 2017. Ik kwam daar als klant in de shisha lounge, de [onderneming] in Hoogezand. [verdachte] gaf toen aan dat ze wel een auto voor mij konden regelen en dat ik daar wel kon schoonmaken.
A: Er was een verandering op een gegeven moment. Ze waren aan het begin lief, maar na een tijd ging dat veranderen.
V: Wat voor afspraken werden er dan gemaakt?
A: De afspraken over het schoonmaken heb ik gemaakt [verdachte] . [verdachte] krijgt de opdrachten van [medeverdachte 1] . Wat [verdachte] zegt dat moet gebeuren en als dat niet gebeurt dan komt [medeverdachte 1] . En dan is het altijd twee tegen een en ik kan niet tegen twee op.
V: Wat voor gevoel kreeg je hierbij?
A: Ik hielp hun maar ik kreeg een schop na. Ik voelde me echt onderdrukt. Ik kon geen nee zeggen. Ik kon niet vanuit mezelf daar weggaan. Ze hebben mij op verschillende manieren kunnen overtuigen om daar te blijven werken. [verdachte] komt heel netjes over, weet precies wat hij zegt. Ik ging er dan ook vanuit dat hij de waarheid sprak, maar niet dus. Ik kreeg alleen instructies van [verdachte] . Als ik dat niet deed dan kreeg ik de gevolgen. Ik kreeg dan klappen in het gezicht. Ik heb weleens een bloedneus er aan overgehouden. Ik had angst voor [medeverdachte 1] . Als [medeverdachte 1] mij dan ophaalde met de auto dan kreeg ik met de vlakke hand een klap in het gezicht. Hij vertelde mij dan wat ik fout heb gedaan. [verdachte] en hij waren altijd samen. Ook bijvoorbeeld als ik geen Abi zei achter de naam van [medeverdachte 1] , dan kreeg ik al een tik. Abi betekent broer. Uit respect moet ik dat dan altijd zeggen. Ik was dan ook bang als er niks was en [medeverdachte 1] kwam binnen in de lounge en groette dan, ook dan was ik bang dat er weer wat zou gaan gebeuren. Dus daarom durfde ik geen nee te zeggen tegen de opdrachten die ik van [verdachte] kreeg. Ik zat er heel diep in.
A: Ik werd ook bedreigd door [verdachte] en [medeverdachte 1] , ze zeiden bijvoorbeeld dat ze weten waar ik woon.
A: [verdachte] was mijn “boekhouder”. Ik moest de enveloppen/post op mijn naam aan [verdachte] geven en dat zou hij dan wel voor mij gaan regelen.
V: Hoe is het gegaan met het op jouw naam zetten van de auto’s?
A: [medeverdachte 1] heeft mij een keer geslagen. Dit ging toen over dat ik [verdachte] had beledigd ofzo. [medeverdachte 1] zei tegen mij dat ik een auto op mijn naam moest zetten. [verdachte] zei wel dat zij voor de kosten op zouden draaien.
V: Welke auto’s heb je op jouw naam gehad?
A: De allereerste was een Golf 5, kenteken [kenteken] .
V: Hoe gaat het dan met het overzetten op jouw naam?
A: [medeverdachte 1] en ik gaan dan naar het postkantoor in Hoogezand. [medeverdachte 1] gaat mee naar binnen en dan moet ik een handtekening zetten, [medeverdachte 1] betaalde 10 euro voor het overschrijven van de auto. Dan staat het op mijn naam.
V: Wie hebben gebruik gemaakt van deze auto, de Golf 5, [kenteken] ?
A: [verdachte] en [medeverdachte 1] .
V: We zien ook stukken met de betrekking tot de verzekering van deze auto. Wie heeft deze verzekering afgesloten?
A: [verdachte] heeft dat allemaal geregeld. Hij heeft mij een keer gevraagd om mijn paspoort en rijbewijs en bankrekening te geven. Hier heeft hij kopieën van gemaakt. Ik heb ook weleens zelf een kopie gegeven. Ik heb dat aan hem gegeven met de intentie dat hij er geen misbruik van zou maken. Alle verzekeringen voor alle auto’s heb ik niet afgesloten, maar dat heeft [verdachte] gedaan.
V: Welke auto’s heb je nog meer op jouw naam gehad?
A: Een Seat Altea, met kenteken [kenteken] .
V: Wie maakte gebruik van deze auto?
A: Alleen [verdachte] .
V: Wie had de beschikking over de sleutels van deze auto?
A: [verdachte] . Ik heb nooit de beschikking over enige sleutels van auto’s die op mijn naam staan of hebben gestaan. Alleen de keren dat ik een auto mocht lenen om mijn kinderen op te halen, heb ik de sleutels gehad.
V: Welke auto stond nog meer op jouw naam?
A: Een Volkswagen Polo, met kenteken: [kenteken] .
V: Hoe ging dat met het overschrijven op jouw naam?
A: Ik werd onder druk gezet door [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] ging weer met mij naar binnen. Ik weet niet meer precies waar dit was. Ik heb met [medeverdachte 1] bij meerdere punten, Jumbo en ook Mielo auto’s over laten schrijven op mijn naam. Ik moest dan weer een handtekening zetten, hij betaalde dan weer die 10 euro, en dan stond die auto weer op mijn naam.
V: Wie maakte gebruik van deze auto?
A: Meeste gebruik hiervan maakte [verdachte] , af en toe [medeverdachte 1] .
V: Welke auto had je verder op naam gehad?
A: De Volkswagen Passat, met kenteken: [kenteken] .
V: Hoe is het gegaan met het tenaamstellen van deze auto?
A: Hetzelfde als bij de vorige. [medeverdachte 1] ging weer mee naar binnen, ik zette de handtekening en hij betaalde de 10 euro. Ik ben weer onder druk gezet. Hiermee bedoel ik dat ik niet kan weigeren. Ik kon geen nee zeggen. Ik had geen keuze. Ik ging er van uit dat alles ook netjes betaald zou worden. Ik ben gewoon bang. Ik weet dat hij me een keer heeft geklapt.
V: Wie heeft gebruik gemaakt van deze auto?
A: De meeste tijd heeft [medeverdachte 1] deze auto gebruikt.
V: Nog meer auto’s?
A: Ja een Volkswagen Touareg, met kenteken: [kenteken] .
V: Hoe is het gegaan met het overschrijven van deze auto?
A: Op dezelfde manier. [medeverdachte 1] ging mee, ik moest een handtekening zetten en hij betaalde de 10 euro.
V: Wie maakte gebruik van deze auto?
A: [medeverdachte 1] .