ECLI:NL:RBNNE:2019:1300
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering dotatie aan voorziening transitievergoeding door Belastingdienst
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 2 april 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die een eenmanszaak dreef, en de inspecteur van de Belastingdienst. De eiser had voor het jaar 2014 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen ontvangen, waarbij hij een dotatie aan de voorziening 'Transitievergoeding' had opgevoerd. De inspecteur weigerde deze dotatie, wat leidde tot een bezwaar en uiteindelijk tot beroep bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 31 december 2014 een voorziening 'Transitievergoeding' had gepassiveerd, maar dat er op dat moment geen redelijke mate van zekerheid bestond dat hij aan werknemers een transitievergoeding verschuldigd zou zijn. De rechtbank baseerde zich op het Baksteenarrest van de Hoge Raad, waarin voorwaarden zijn gesteld voor het vormen van een voorziening. De rechtbank concludeerde dat de maatschappelijke ontwikkeling, die aangeeft dat werknemers niet meer hun hele leven bij dezelfde werkgever werkzaam zijn, niet voldoende was om aan te nemen dat er op 31 december 2014 een redelijke mate van zekerheid bestond voor toekomstige uitgaven.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de inspecteur de dotatie aan de voorziening 'Transitievergoeding' terecht heeft geweigerd, wat betekent dat de aanslagen in stand blijven. De beroepen van de eiser zijn ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending.