ECLI:NL:RBNNE:2019:2624

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 juni 2019
Publicatiedatum
19 juni 2019
Zaaknummer
7830183
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over ontruiming en brandveiligheid van onroerende zaak

In deze zaak heeft Wokpaleis Vastgoed B.V. een kort geding aangespannen tegen Rodena B.V. en een andere gedaagde, met als doel ontruiming van een onroerende zaak en herstel in de oude toestand. De procedure begon met een aanvraag voor een kort geding op 29 mei 2019, waarbij Wokpaleis Vastgoed stelde dat de gedaagden zonder recht of titel verbouwingswerkzaamheden aan het pand hadden verricht. De gedaagden voerden verweer en stelden dat zij gerechtigd waren tot de werkzaamheden op basis van een huurovereenkomst met Wokpaleis Vastgoed of Wereldrestaurant De Valk.

De zitting vond plaats op 13 juni 2019, maar de gedaagden waren verhinderd, wat leidde tot een verzoek om uitstel. Wokpaleis Vastgoed weigerde dit uitstel, met het argument dat er gevaar voor omwonenden was. De kantonrechter oordeelde echter dat de redenen voor het weigeren van uitstel feitelijk onjuist waren, aangezien er geen blokkade van de nooduitgang was en de brandmeldinstallatie niet onklaar was gemaakt door de gedaagden. De kantonrechter besloot dat de behandeling van het kort geding op 26 juni 2019 moest worden voortgezet, waarbij de gedaagden in persoon aanwezig moesten zijn.

De kantonrechter oordeelde dat Wokpaleis Vastgoed in strijd had gehandeld met de waarheidsplicht en dat zij de gedaagden moest vergoeden voor de gemaakte kosten tot dat moment. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de gedaagden de gelegenheid kregen om hun kosten op te geven voor de zitting op 26 juni 2019.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 7830183 \ CV EXPL 19-4468
vonnis van de kantonrechter ex artikel 254 lid 5 Rv van 19 juni 2019
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WOKPALEIS VASTGOED B.V.,
gevestigd te Ryptsjerk,
eiseres,
gemachtigde: mr. P.J. Jans,
tegen

1.[gedaagde 1]

wonende te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RODENA B.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagden,
gemachtigde: mr. T. Binnema.
Eiseres zal hierna Wokpaleis Vastgoed worden genoemd en gedaagden zullen hierna (in enkelvoud mannelijk) [gedaagden] worden genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 10
- de op voorhand door Wokpaleis Vastgoed aan de kantonrechter en de wederpartij toegezonden producties 11a t/m 26
- de op voorhand door [gedaagden] aan de kantonrechter en de wederpartij toegezonden producties 1 t/m 10
- de mondelinge behandeling van 13 juni 2019, ter gelegenheid waarvan Wokpaleis Vastgoed een door haar verstrekte volmacht aan de ter zitting namens haar verschenen [naam gevolmachtigde] in het geding heeft gebracht en ter gelegenheid waarvan (de advocaat van) [gedaagden] een tweetal originele bouwtekeningen heeft getoond en drie producties in het geding heeft gebracht
- de pleitaantekeningen van Wokpaleis Vastgoed
- de pleitaantekeningen van [gedaagden]
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Wokpaleis Vastgoed vordert, zakelijk weergegeven, dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] veroordeelt om tot ontruiming van de onroerende zaak staande en gelegen aan de [adresgegevens] over te gaan met de zijnen en het zijne en om deze onroerende zaak in de oude toestand te (doen) herstellen, een en ander op straffe van het verbeuren van dwangsommen.
2.2.
[gedaagden] voert verweer met conclusie tot niet-ontvankelijkverklaring van Wokpaleis Vastgoed in haar vordering, althans tot afwijzing van die vordering met veroordeling van Wokpaleis Vastgoed in de proceskosten, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De feiten

3.1.
Wokpaleis Vastgoed is eigenaresse van de onroerende zaak aan de [adresgegevens] (hierna: het pand). Wokpaleis Vastgoed heeft het pand verhuurd aan de vennootschap Wereldrestaurant De Valk B.V. (hierna: Wereldrestaurant De Valk) om te worden gebruikt als restaurant en hotel.
3.2.
In maart 2019 werd het gedeelte van het (door Wereldrestaurant De Valk gehuurde) pand waarin voorheen een hotel was gevestigd niet gebruikt en dat gedeelte stond leeg. Vanaf 28 maart 2019 heeft [gedaagden] aan dit gedeelte van het pand verbouwingswerkzaamheden verricht en/of laten verrichten.
3.3.
Op 29 mei 2019 heeft Wokpaleis Vastgoed bij deze rechtbank een aanvraag gedaan voor een behandeling van een tegen [gedaagden] te voeren kort geding ten overstaan van de kantonrechter.
3.4.
Op 31 mei 2019 hebben medewerkers van Wokpaleis Vastgoed en/of Wereldrestaurant De Valk er zorg voor gedragen dat door [gedaagden] in het pand geplaatste spullen in een buiten gelegen container zijn beland. Ook hebben zij door [gedaagden] in deuren van het pand aangebrachte sloten verwijderd. Nadien heeft [gedaagden] geen verbouwingswerkzaamheden aan het pand meer laten verrichten.
3.5.
Op 3 juni 2019 is aan Wokpaleis Vastgoed bericht dat de datum van het kort geding op 13 juni 2019 is bepaald.
3.6.
Op 5 juni 2019 is de (kortgeding)dagvaarding aan [gedaagden] betekend.
3.7.
Bij faxbericht van 5 juni 2019 heeft de advocaat van [gedaagden] de kantonrechter verzocht om de datum van het kort geding te verplaatsen omdat hem noch [gedaagden] om verhinderdagen is gevraagd en [gedaagden] op 13 juni 2019 is verhinderd.
3.8.
De advocaat van Wokpaleis Vastgoed heeft de kantonrechter bij faxbericht klemmend verzocht om het kort geding op 13 juni 2019 te laten doorgaan. Het faxbericht luidt, voor zover hier van belang:
"
Het belang van cliënte, zeker nu gedaagde de onroerende zaak is gaan slopen waarbij:
- vluchtwegen in de onroerende zaak die ook gebruikt worden door het nabijgelegen bejaardentehuis daardoor zijn afgesneden
- de brandmeldinstallatie onklaar is gemaakt door de activiteiten van gedaagde
Het is niet alleen een spoedeisend belang van cliënte maar ook een spoedeisend belang van openbare orde geworden. Ook de veiligheid van derden is in gevaar met name bejaarde mensen en bezoekers van het restaurant dat in de onroerende zaak wordt gedreven."
3.9.
De griffier van deze rechtbank heeft partijen bij brief van 5 juni 2019 laten weten dat het verzoek van (de advocaat van) [gedaagden] wordt afgewezen omdat gelet op de opgegeven verhinderdagen het kort geding niet eerder dan na 24 juni 2019 zou kunnen worden gehouden wat te risicovol wordt geacht gelet op hetgeen door (de advocaat van) Wokpaleis Vastgoed in het bezwaar tegen het verzoek is aangevoerd, zoals hiervoor is geciteerd.

4.De beoordeling

4.1.
Wokpaleis Vastgoed legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagden] zonder recht of titel en daarmee op onrechtmatige wijze verbouwingswerkzaamheden heeft laten verrichten aan het haar in eigendom toebehorende pand aan de [adresgegevens] . [gedaagden] voert tot zijn verweer aan dat hij tot het verrichten van die werkzaamheden gerechtigd was op grond van een met Wokpaleis Vastgoed, althans Wereldrestaurant De Valk gesloten huurovereenkomst.
4.2.
De kantonrechter verwerpt het door [gedaagden] gevoerde verweer dat niet de kantonrechter maar de voorzieningenrechter degene is waarvoor een procedure in kort geding moet worden gevoerd. Omdat [gedaagden] zich op het bestaan van een huurovereenkomst beroept, heeft [gedaagden] naar het oordeel van de kantonrechter geen belang bij dat verweer.
4.3.
De kantonrechter zal eerst bespreken of de zaak inderdaad vanwege het gevaar voor omwonenden geen uitstel kon dulden om [gedaagden] in de gelegenheid te stellen in persoon de zitting bij te wonen.
4.4.
Wokpaleis Vastgoed stelt dat [gedaagden] de hoofdnooduitgang van het pand heeft geblokkeerd door recht voor de deur een afvalcontainer te plaatsen en zand te storten. Ook heeft [gedaagden] de brandmeldinstallatie onklaar gemaakt, aldus Wokpaleis Vastgoed.
[gedaagden] heeft aangevoerd dat hij het hotelgedeelte van het pand heeft opgeknapt en verbeterd ten behoeve van exploitatie. Hij heeft betwist dat in het pand vluchtwegen zijn afgesneden als gevolg van de werkzaamheden. Verder heeft [gedaagden] betwist dat hij en/of degenen die in zijn opdracht werkzaamheden in het pand hebben verricht, de brandmeldinstallatie onklaar hebben gemaakt.
4.5.
Op de zitting zijn foto's getoond, waarop zowel een afvalcontainer als een bult zand is te zien. Beide bevinden zich op zodanige afstand van een uitgang dat van enige blokkade van die uitgang geen sprake is. Het staat niet ter discussie dat de uitgang zoals die op de foto is waar te nemen, de nooduitgang is waarop Wokpaleis Vastgoed doelt. Uit niets blijkt dat er sprake is geweest van meer of andere afvalcontainers en/of bulten zand. Er moet dan ook van worden uitgegaan dat ten tijde van de werkzaamheden van [gedaagden] van enige blokkade van de nooduitgang nooit sprake is geweest. Wat Wokpaleis Vastgoed ten grondslag heeft gelegd aan haar bezwaar tegen uitstel van de zitting en wat de reden is geweest om uitstel te weigeren, blijkt dus feitelijk onjuist te zijn.
4.6.
Wokpaleis Vastgoed heeft daarnaast op de zitting niet aannemelijk weten te maken dat de brandmeldinstallatie onklaar is gemaakt door [gedaagden] en/of personen die in zijn opdracht in het pand werkten. Ter zitting heeft [gedaagden] aangevoerd dat hij de brandinstallatie juist heeft laten controleren en dat hij brandwering heeft aangebracht. Dat is ook aannemelijk, gelet op zijn voornemen om het desbetreffende deel van het pand te gaan exploiteren. Het lag, gelet op de betwisting van [gedaagden] , op de weg van Wokpaleis Vastgoed om aannemelijk te maken dat [gedaagden] desondanks voor een brandonveilige situatie heeft gezorgd. Wokpaleis Vastgoed heeft (als onderdeel van productie 6) een foto in het geding heeft gebracht waarop is te zien dat platen van het systeemplafond zijn verwijderd. Daar blijkt naar het oordeel van de kantonrechter niet uit dat [gedaagden] en/of door hem voor de verbouwing ingeschakelde personen de brandmeldinstallatie onklaar hebben gemaakt. [gedaagden] heeft bovendien in zijn pleitnota een foto afgebeeld waarop een plafond met systeemplafondplaten is te zien. [gedaagden] heeft onbetwist gesteld dat deze foto dateert van 31 mei 2019. Nadien zijn door [gedaagden] geen verbouwingswerkzaamheden meer aan het pand verricht.
4.7.
Nu er, anders dan Wokpaleis Vastgoed heeft voorgewend, geen dringende reden was die zich tegen uitstel van de zitting verzette, zal de kantonrechter een datum bepalen waarop de behandeling in kort geding kan worden voortgezet in aanwezigheid van [gedaagden] in persoon.
4.8.
Aan de omstandigheid dat Wokpaleis in strijd handelde met de op haar rustende, in artikel 21 Rv vastgelegde, waarheidsplicht, verbindt de kantonrechter het gevolg dat Wokpaleis Vastgoed gehouden is om aan [gedaagden] diens volledige kosten te vergoeden voor de behandeling in kort geding tot heden, voor zover die kosten redelijk zijn wat betreft uren en tarief. [gedaagden] kan van die kosten opgave doen ter gelegenheid van de zitting zoals die hierna zal worden bepaald. [gedaagden] dient een afschrift daarvan minstens 24 uur te voren aan de kantonrechter en Wokpaleis Vastgoed te doen toekomen.
4.9.
Aan de hand van de opgegeven verhinderdagen bepaalt de kantonrechter dat dit kort geding zal worden voortgezet op woensdag 26 juni 2019 om 09.15 uur in een van de zittingszalen van deze rechtbank.
4.10.
De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
bepaalt dat de zitting van dit kort geding zal worden voortgezet op
woensdag 26 juni 2019 om 09.15 uur
in een van de zittingszalen van deze rechtbank,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. W.J.J. Los, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 juni 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.
fn 100