ECLI:NL:RBNNE:2019:266

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 januari 2019
Publicatiedatum
28 januari 2019
Zaaknummer
C/18/188917 / FA RK 18-3830
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis en de toelaatbaarheid van digitale handtekening onder geneeskundige verklaring

Op 7 januari 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven inzake de machtiging tot voortgezet verblijf van een betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. De officier van justitie had op 10 december 2018 een verzoek ingediend, vergezeld van een geneeskundige verklaring, een behandelingsplan en relevante aantekeningen. De rechtbank heeft de betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, en verschillende zorgprofessionals gehoord. Tijdens de zitting werd de digitale handtekening op de geneeskundige verklaring ter discussie gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de digitale handtekening, die was geplaatst door de managementassistente met toestemming van de geneesheer-directeur, voldeed aan de eisen van de Hoge Raad. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan een stoornis van de geestvermogens, met een diagnose van dementie en ernstige gedragsstoornissen, en dat zij een gevaar voor zichzelf en anderen vormt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de betrokkene niet bereid is om vrijwillig in een psychiatrisch ziekenhuis te verblijven en heeft het verzoek tot machtiging toegewezen. De machtiging is verleend tot en met 13 december 2019, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Groningen

Machtiging tot voortgezet verblijf

Zaak-/rekestnr.: C/18/188917 / FA RK 18-3830

Beschikking van 7 januari 2019,

van de Rechtbank Noord-Nederland naar aanleiding van het verzoek van de officier van justitie tot verlening van een machtiging om te doen voortduren het verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis van:

[naam 1] ,

geboren op [geboortedatum] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats]
hierna te noemen: betrokkene.

Procesverloop

Op 10 december 2018 heeft de officier van justitie het verzoek ingediend. Bij het verzoek is overgelegd een geneeskundige verklaring. Ook zijn overgelegd een behandelingsplan, een bericht over de staat van uitvoering daarvan en aantekeningen als bedoeld in art. 37a Wet Bopz.
De rechtbank heeft op 7 januari 2019 de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. A.M. Westerhuis;
- [naam 2] , specialist ouderengeneeskunde,
- [naam 3] , verpleegkundige.
De rechtbank heeft na de zitting telefonisch contact opgenomen met de managementassistente van de [naam 4] , geneesheer-directeur, omtrent de digitale handtekening die is geplaatst op de geneeskundige verklaring. Vervolgens is de advocaat van betrokkene in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. Van deze mogelijk heeft zij geen gebruik gemaakt. Op voorhand was door de rechtbank al aangegeven aan de advocaat wat de rechtbank als voorwaarde stelt voor het accepteren van een digitale handtekening onder een geneeskundige verklaring.

Beoordeling

De geneeskundige verklaring is voorzien van een zogenaamde digitale handtekening van de geneesheer-directeur. Dat is in strijd met de door de Hoge Raad aan die handtekening gestelde eis dat die door de geneesheer-directeur persoonlijk moet zijn gezet. Gelet op de technische ontwikkelingen van de afgelopen decennia is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de strekking van de eis van een persoonlijke ondertekening thans ook volstaan kan worden door een digitale handtekening, wanneer deze is gezet na daartoe uitdrukkelijk door de geneesheer-directeur gegeven toestemming aan degene, die de verklaring verstuurt.
In de onderhavige zaak is bij navraag gebleken dat de geneesheer-directeur na lezing van de verklaring de managementassistente toestemming heeft gegeven deze verklaring te voorzien van de digitale handtekening en te versturen. De rechtbank is van oordeel dat daarmee is voldaan aan de eis van de persoonlijke ondertekening door de geneesheer-directeur van de geneeskundige verklaring.
Uit de geneeskundige verklaring en het verhoor is gebleken dat betrokkene ook na het einde van de geldigheidsduur van de lopende machtiging zal lijden aan een stoornis van de geestvermogens. Betrokkene is gediagnosticeerd met dementie en ernstige gedragsstoornissen.
Ook is komen vast te staan dat deze stoornissen betrokkene ook dan nog gevaar zal doen veroorzaken. Het betreft het gevaar
 dat betrokkene zich van het leven zal beroven of zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;
 dat betrokkene maatschappelijk ten onder gaat; en
 dat betrokkene zichzelf in ernstige mate zal verwaarlozen.
Betrokkene functioneert door de structuur van de afdeling wisselend. Zonder deze structuur komt betrokkene tot niets en blijft zij in bed liggen. In die situatie verwaarloost zij zich en eet en drinkt zij onvoldoende. Betrokkene heeft geen inzicht in haar beperkingen en dit heeft geleid tot onveilige situaties in haar thuissituatie voor de gedwongen opname.
Gebleken is dat het gevaar niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis kan worden afgewend.
Betrokkene geeft geen blijk van de nodige bereidheid om vrijwillig verder te verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis.
Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.
De behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden na het einde van de geldigheidsduur van de voorafgaande machtiging. De rechtbank houdt hiermee rekening bij de bepaling van de geldigheidsduur van de nieuwe machtiging.

Beslissing

De rechtbank:
Verleent machtiging tot voortgezet verblijf als bedoeld in artikel 15 Wet Bopz, welke machtiging de bevoegdheid geeft om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen verblijven tot en met 13 december 2019.
Deze beschikking is op 7 januari 2019 mondeling gegeven door mr. R.B.M. Keurentjes en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, en op 8 januari 2019 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
(
fn: sb)
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.