ECLI:NL:RBNNE:2019:4454
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van mensensmokkel en ontvankelijkheidsverweren in strafzaak
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 oktober 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte, bijgestaan door haar advocaat mr. R.W. Koevoets, werd vervolgd door het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door mr. S.E. Eijzenga. De tenlastelegging betrof het helpen van een ander, [slachtoffer], bij het verkrijgen van verblijf in Nederland, waarbij de verdachte haar massagesalon ter beschikking stelde. De verdediging voerde aan dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, onder andere vanwege vermeende onjuistheden in de processen-verbaal van verhoor en schending van het ne bis in idem-beginsel, aangezien de verdachte eerder al een bestuurlijke boete had gekregen voor hetzelfde feit. De rechtbank oordeelde dat de verweren van de verdediging niet konden worden gehonoreerd. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van onherstelbare vormverzuimen en dat de vervolging van de verdachte niet in strijd was met de wet. Bij de beoordeling van het bewijs oordeelde de rechtbank dat, hoewel het verblijf van [slachtoffer] in Nederland wederrechtelijk was, niet bewezen kon worden dat de verdachte haar uit winstbejag behulpzaam was geweest. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat het openbaar ministerie niet in zijn bewijslevering was geslaagd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. A.H.M. Dölle, mr. J.V. Nolta en mr. A. Jongsma, en werd openbaar uitgesproken op 24 oktober 2019.