Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van [eiser] ;
- de pleitnota van de Staat.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
980,00
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 6 maart 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een kraker en de Staat der Nederlanden. De eiser, die in een pand aan de Emdenweg 1 te Groningen verbleef, had de Staat aangeklaagd om de ontruiming van het pand te staken. De voorzieningenrechter moest een belangenafweging maken tussen het belang van de Staat bij ontruiming en het belang van de kraker om in het pand te blijven. De kraker had het pand gekraakt in december 2019 en was sindsdien in het pand blijven wonen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van de Staat bij ontruiming in deze omstandigheden zwaarder woog dan het belang van de kraker. De voorzieningenrechter baseerde zijn oordeel op de wederrechtelijkheid van het verblijf van de kraker in het pand en de noodzaak om de openbare orde te handhaven. De voorzieningenrechter wees de vordering van de kraker af en veroordeelde hem in de proceskosten. Dit vonnis is in het openbaar uitgesproken en de kosten aan de zijde van de Staat zijn begroot op € 1.636,00.