ECLI:NL:RBNNE:2020:2386
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een woning op basis van de Opiumwet na aantreffen van grote hoeveelheden drugs
Op 8 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft de sluiting van een woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet, na het aantreffen van aanzienlijke hoeveelheden drugs in het pand. De burgemeester van de gemeente Waadhoeke had op 10 juni 2020 een last onder bestuursdwang opgelegd, waarbij het pand per 8 juli 2020 voor een periode van twaalf maanden zou worden gesloten. Verzoekers, die eigenaar zijn van het pand en daar wonen, hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 6 juli 2020 is vastgesteld dat de politie op 2 maart 2020 een inval heeft gedaan in het pand, waarbij diverse drugs en contant geld zijn aangetroffen. De voorzieningenrechter overwoog dat de burgemeester bevoegd was om het pand te sluiten, gezien de aangetroffen middelen die op lijst I en II van de Opiumwet staan. De rechter concludeerde dat de sluiting van het gehele pand gerechtvaardigd was, omdat de ruimte waar de drugs zijn aangetroffen geen zelfstandige functie had en direct toegankelijk was vanuit andere delen van het pand.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van verzoekers dat de sluiting onterecht was, verworpen. De rechter oordeelde dat de burgemeester in redelijkheid de sluiting van het gehele pand kon opleggen, ondanks de financiële gevolgen voor verzoekers. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat het algemeen belang bij sluiting zwaarder weegt dan de persoonlijke belangen van verzoekers. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 8 juli 2020.