In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 4 februari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Dantumadiel over de leges voor het verstrekken van een rijbewijs. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de leges die hem in rekening waren gebracht op 13 juli 2016, en de uitspraak op bezwaar van 26 januari 2017 was door verweerder ongegrond verklaard. Eiser stelde dat de uitspraak onbevoegd was genomen en dat de leges niet kostendekkend waren, wat leidde tot een overschrijding van de opbrengstlimiet zoals bedoeld in artikel 229b van de Gemeentewet.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar door het bevoegde bestuursorgaan was genomen, ondanks de bezwaren van eiser. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende inzicht had verschaft in de geraamde baten en lasten, en dat de opbrengstlimiet niet was overschreden. Eiser had niet voldoende gemotiveerd waarom de kosten niet toerekenbaar waren aan de leges voor rijbewijzen. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van overschrijding van de opbrengstlimiet en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van de onderbouwing van kosten en baten in de gemeentelijke begroting en de rol van de heffingsambtenaar in het verstrekken van inzicht in deze cijfers. De rechtbank wees erop dat de toetsing van de opbrengstlimiet op het niveau van de verordening plaatsvindt, en niet per afzonderlijke dienst. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.