Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Procesverloop
Overwegingen
nietevenredig is. Hierbij is van belang dat uitsluitend [naam] was betrokken bij de drugscriminaliteit. Niet in geschil is dat verzoekers geen enkele bemoeienis met de handel hebben gehad. Ter zitting is namens de burgemeester beaamd dat verzoekers geen enkel verwijt treft maar is het standpunt ingenomen dat het beleid niettemin geen ruimte biedt om af te wijken van de maximumduur. Hoewel verzoekers niets kan worden verweten, ervaren zij (en [verzoeker 3] ) wel de verstrekkende gevolgen van de sluiting van het pand. De sluiting treft hen niet alleen in het wonen, maar ook in het werken: de sluiting raakt de bedrijfsvoering van drie ondernemingen in negatieve zin. Hier komt bij dat, zoals de gemachtigde van verzoekers ter zitting heeft bepleit, de doelen die de sluiting dient (grotendeels) zijn bereikt. Er is onweersproken aangevoerd dat het pand sinds de inval van 2 maart 2020 niet langer voor drugshandel wordt gebruikt, dat er geen loop is naar het pand, dat het signaal is afgegeven in het dorp dat drugshandel onacceptabel is, en dat, voor zover de rust was verstoord, die is wedergekeerd. Ook stelt de voorzieningenrechter vast dat de betrokkenheid van het pand bij drugshandel zware criminaliteit betreft, maar dat het pand anderzijds kennelijk alleen voor opslag werd gebruikt, zonder aanloop van drugsgebruikers of drugshandelaren. Gelet hierop is de keuze voor de maximumduur naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet redelijk.