Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de door [eiseres] overgelegde productie 1;
- de mondelinge behandeling van 24 januari 2020.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, betreft het een geschil over de asbestemming van een overledene, waarbij de dochter van de overledene, eiseres, vordert dat haar stiefvader, gedaagde, toestemming verleent voor de afgifte van een gedeelte van de as van haar moeder. De moeder van eiseres is op 8 augustus 2019 overleden en de as bevindt zich in Yarden Crematorium. Eiseres heeft gedaagde, die de crematie heeft geregeld, verzocht om medewerking te verlenen aan de afgifte van een deel van de as, maar gedaagde heeft hierop niet gereageerd.
Eiseres stelt dat zij recht heeft op een aandenken aan haar moeder in de vorm van een reliek of sieraad met een gedeelte van de as, en dat deze wens in overeenstemming is met de vermoedelijke wens van haar moeder. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiseres in haar vordering kan worden ontvangen, ondanks dat zowel eiseres als gedaagde onder bewind staan. De rechter concludeert dat het geschil niet gaat om goederen die onder bewind staan, maar om de afgifte van de as, waardoor de onderbewindstelling niet in de weg staat aan de procedure.
De voorzieningenrechter verleent verstek tegen gedaagde, die niet in rechte is verschenen, en oordeelt dat de vordering van eiseres toewijsbaar is. Gedaagde wordt veroordeeld om binnen vier dagen na betekening van het vonnis toestemming te verlenen voor de afgifte van een gedeelte van de as aan eiseres. Indien gedaagde weigert, zal het vonnis gelden als vervangende toestemming. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.